Hoe is het om als eerste van de familie te gaan studeren: verwachtingen, uitdagingen, prestatiedrang en een vreemde omgeving. Chantal de Bruine (21), studeert journalistiek aan Hogeschool Windesheim en vertelt openhartig hoe het is om een eerste generatie student te zijn:
Je bent de eerste in het gezin die gaat studeren hoe is dat voor jou?
”Iedereen kijkt altijd wel naar je op en dat is best leuk, maar juist daarom is het ook heel spannend. Het is soms lastig, omdat je geen hulp vanuit huis krijgt. Niet omdat ze het niet willen, maar ze begrijpen het grotendeels gewoon niet. Mijn moeder heeft de huishoudschool gedaan en mijn vader heeft de land- en tuinbouwschool gedaan en zij hebben altijd gezegd een zes is een voldoende, met je handen werken dat is ideaal. Mijn opa en oma waren bloemenkwekers, mijn andere opa zat in dienst en mijn oma werkte niet. Dus mijn familie weet ook niet beter. Wij zijn allemaal heel simpel opgevoed. Ze doen echt hun best om ondersteunend te zijn, maar ze snappen soms niet wat het van mij vergt.”
Voel je de druk dat je het goed moet doen?
”Mijn zus was eigenlijk altijd de slimme van ons twee, maar die is uiteindelijk naar het mbo gegaan. Zij las iets en ze haalde de toets in een keer met een negen. Ik moest het twintig keer lezen en ik was blij met een zes. Ongemerkt in je hoofd, wil je toch alles beter doen en je elke keer maar weer bewijzen, want ik kan het ook.”
Moet je denk je harder werken dan de gemiddelde student hier?
”Ik ben zelf van kader naar mavo, mbo en toen hbo gegaan. Dus ik heb mezelf omhooggewerkt, maar ik merk wel verschil tussen mij en mensen die van de havo afkomen of die naar de universiteit zijn geweest. Zij begrijpen het heel goed, ze zien het, ze snappen het en ze gaan er mee bezig. Ik kan het allemaal even goed, maar zij doen het in een kwartier en ik doe er driekwartier over.’’
Heb je veel moeite gehad om je aan te moeten passen?
”Het was vooral het eerste half jaar, want dan ken je het systeem niet. Ik werkte nooit met studiepunten. Ik begreep niet waarom ik dit moest hebben en waarom dat. Nu snap ik het schoolsysteem, maar als je dat al meekrijgt door vrienden of familie dan sta je echt al 1-0 voor. Ik zat soms iedere dag jankend naar mijn laptop te staren, omdat ik er niet uitkwam. Mijn moeder maakt zich zorgen om mijn mentale gezondheid, ze wou niet dat ik hierdoor mijzelf helemaal kwijtraakte. Ze wou dat ik zou stoppen hierom, maar stoppen vind ik nog steeds de gemakkelijke uitweg. Ik wil het op ze minst proberen.”
Heb je ooit gedacht door die lastige start, ik stop ermee?
”Ja, dat heb ik wel een tijdje gedacht. Een docent op Windesheim heeft ook gezegd dat ik even moest nadenken of ik wel op de opleiding moest blijven. Toen dacht ik bij mezelf, ik ga mezelf nu juist bewijzen in plaats van dat ik wegga. Mijn ouders zeiden, als je stopt in februari krijg je het geld nog terug, maar ik dacht ik wil gewoon door en dan doe ik er maar wat langer over.’’ Uiteindelijk heb ik het jaar af kunnen maken. Ik heb 40 studiepunten behaalt, dat betekent dat ik dit nu in de x-klas. Hier heb ik een halfjaar de tijd om de laatste 20 studiepunten te behalen en zo alsnog mijn propedeuse te behalen.
Hoe heb je de reacties van anderen in die periode ervaren?
”In het begin had ik er echt wel moeite mee, maar op gegeven moment had ik een knop omgezet en toen lukt het allemaal. Zelfs de docent die dat toen heeft gezegd, heeft zijn woorden teruggenomen en zijn excuses aangeboden, omdat hij nu inzag dat ik hier wel thuishoorde. Ik heb ontzettend veel steun gehad aan mijn studiegenoten. Zij hebben mij er echt doorheen gesleept op de momenten dat ik het even moeilijk had. Zonder hun had ik het waarschijnlijk al lang en breed opgegeven.
Heb je een voorbeeldfiguur waardoor je bent gaan studeren?
”Nee eigenlijk niet, misschien mijn vrienden uit mijn dorp. Een aantal gingen studeren op de hogeschool en ik was nog niet klaar om al te gaan werken. Ik voelde dat er nog meer in het vat zat en ik dacht als zij het kunnen, waarom zou ik het dan niet kunnen.”
Is het in jullie dorp gebruikelijker om niet te studeren?
”In een dorp is het heel gezamenlijk, je kan veel sneller een stap maken in een bedrijf, want ons kent ons. Als je in de stad bij een bouwbedrijf gaat werken, moet je eerst laten zien wat je kan. Als je in een dorp aan de slag gaat is het een vriend van je vader en kun je veel sneller omhoogklimmen. Daarbij ben je ook veel sneller aan het werk. Ik was veertien en toen was ik aan het werk bij de boer. In de stad heb je dat denk ik minder snel. Loondienst verdient ook goed, dus ik denk dat heel veel mensen blijven hangen, want ze vinden het leuk en het verdient goed. Ik heb dat ook wel een tijdje gedacht waarom zou ik doorgaan als ik het op deze manier kan doen.”
Ben je toch blij dat je bent gaan doorstuderen?
”Ja absoluut. Ik hoop binnenkort mijn propedeuse te halen. Als het dan in de toekomst toch misgaat, dan heb ik in ieder geval iets. Als het niet lukt dan lukt het niet, maar dan kan ik wel met trots zeggen dat ik het heb gedaan en dat ik het heb geprobeerd.”
Wat zou je willen meegeven aan nieuwe eerste generatie studenten?
”Probeer het, geef het gewoon een kans, lukt het niet dan lukt het niet en lukt het wel dan is het alleen maar mooi meegenomen voor jezelf en je toekomst. De ervaring op zich is al genoeg om van te leren. Ik heb er in iedergeval een hele vriendengroep aan overgehouden en bak met nieuwe kennis en ervaringen!”
Foto: Chantal de Bruine