Wat gebeurt er als je je geloof vaarwel zegt, maar toch besluit in een kerk te werken? Gert-Jan vertelt hoe het is om keurig gereformeerd opgevoed te zijn, het geloof los te laten, maar toch wekelijks in de kerk actief te zijn niet vanuit religie, maar vanuit interesse, historie en de warmte van samenkomen

Ben je zelf gelovig? 

 
Ik ben keurig gereformeerd opgevoed, maar ik ben er eigenlijk af. 
Alleen ik geloof niet meer. Ik heb vroeger wel een beetje geloofd, ik ben nog belijdend lid van de gereformeerde kerk geweest.  
Maar op een gegeven moment dacht ik, al lezende en denkende, dat klopt niet allemaal. 
Dus ik ben gestopt als lid van de kerk. 

 
Duurt dat proces lang? 

 
Dat gaat niet van de ene op de andere dag. Op een gegeven moment merkte ik dat ik vooral nog naar de kerk ging voor de gezelligheid, niet meer voor het geloof zelf. En toen dacht ik: ja, dan kan ik voor de gezelligheid net zo goed ergens anders zijn. Ik vind dat je bij een kerk hoort als je gelovig bent, niet alleen omdat je de organisatie of de mensen aardig vindt.

 
Toch ben je bij een kerk gaan werken? 

 
Ja, want ik ben met pensioen. 
Ik dacht, laat ik nou eens wat dingen gaan doen en ik vind het leuk om met mensen om te gaan.  Toen hadden ze nog vrijwilligers nodig in de winkel van deze kerk. Dus dat ben ik nou gaan doen en ik schrijf mij zo nu en dan in voor een dagdeel.  
Dan zit ik hier wat vragen te beantwoorden, want ik ben ook heel erg geïnteresseerd in de geschiedenis van zo’n kerk, van de bouw, de historie eromheen ,de historie van Deventer. Dus ik kan me hier prima redden. 

Het beeld wat ik snel hierbij heb is dat mensen die hier vrijwilliger zijn ook gewoon participeren in het geloof

 
Ja, maar laatst hadden we hier een vergadering van alle mensen die hier wat doen.  
Ook in die winkel of de toren of andere dingen.  
En de helft is vrijwilliger zonder dat ze gelovig zijn of lid zijn hier van deze kerk. De andere helft is wel lid en gelovig. 

Ik neem aan dat je ook wel veel mensen hier spreekt die dan wel geloven. Deze kerk, biedt dat iets bijzonders voor sommige mensen? 

 
Ja, zo’n groot gebouw met een lange geschiedenis heeft natuurlijk wel een bepaalde… hoe zou ik zeggen, een beetje een inspirerende werking. Je kunt het geloof belijden in je huiskamer. Maar als je het hier met elkaar belijdt, in zo’n mooi gebouw, dat geeft natuurlijk wat extra’s. Ja, dus eigenlijk ook het verbindende aspect is hier wel aanwezig. En er zijn mensen die zijn hier gedoopt, die zijn hier getrouwd. En hun ouders zijn hier weggebracht. 
Dus dan krijg je een binding met zo’n plek. 
 
Wat denk je dat veel mensen niet weten over deze kerk of over hoe het geloof hier wordt beleefd?

Ja, dat vind ik een lastige vraag. Wat me opvalt, is dat mensen hier wel echt bij de kerk horen, maar dat het naar buiten toe niet zo wervend is. Je hebt kerken waar ze met muziek, dans en applaus proberen mensen te trekken die evangelische stromingen, weet je wel. Hier gaat dat anders. Hier is het meer: voel je je aangesproken? Dan ben je welkom. Het initiatief ligt bij jou.

Laatst zat ik ergens op een bankje te pauzeren tijdens het fietsen, komt er een man naast me staan die zegt: ‘Ik wil jou het geloof van Jezus brengen.’ Die was van zo’n evangelische groep. Die trekken actief de straat op om mensen te bekeren. Dat zie je hier niet. Deze kerk wacht rustig af tot jij zelf de deur opendoet.”


Ik had verwacht dat hier dat ook wel zou gebeuren. Maar het is hier dus eigenlijk: kom als je denkt dat er hier een plekje is en dan is er een plekje voor je. 

 
Dan ben jij welkom, ja.  
Maar het is niet zo dat de mensen van deze gemeente op de hoeken van de straten gaan staan om jou hierbij te halen. 

  
Er kwam hier laatst een man binnen, die was Syrische orthodox en die is wel geïmponeerd in zo’n groot gebouw. Maar die zei: ‘’Ben je al aangeraakt door de Heer?’’ 
Ik zei, van huis uit weet ik wat het is, maar ik ben niet door hem aangeraakt en dat vond hij heel spijtig. 
Hij zei: ‘’Ik hoop dat dat nog een keer voor jou komt.’’ 

 En aangeraakt door de Heer is zeg maar… 

 
Dat je het gevoel hebt dat God je roept.
Er was een dominee binnen de gereformeerde kerk en dat was een dominee Kuitert. En die was opgegroeid met de gedachte, God is almachtig.  Want zo zeggen ze dat altijd, o almachtige God. Toen werd hij dominee in Zeeland en toen kwam de watersnoodramp.  
En toen zag hij daar de lijken van de koeien en de mensen voor langs drijven. En dacht hij: ‘’God is helemaal niet zo almachtig. Want als God almachtig was, dan had hij dit niet gewild. Dan had hij dit voorkomen, die overstroming. ‘’ 
Een ander boekje, er was ook een dominee in de gereformeerde kerk. 
Die zei: ‘’Ik ben wel dominee, ik ben herder voor mijn gemeente.  
En ik vind het fijn om met deze mensen samen te werken. 
Maar ik geloof niet.’’  Dus die dominee geloofde niet.  Een niet gelovige dominee. 
Dat was natuurlijk een hele rel in de kerk.  
Al die gereformeerden vonden dat je als dominee wel moet geloven. 
Je moet natuurlijk wel het voorbeeld geven. 
Maar hij mocht wel blijven. Omdat hij een goede herder voor zijn gemeente was. En de gemeente met hem liep.  
 
Het lijkt me dat deze functie dat het meer draait over het algemene gevoel cohesie dat in zo’n gemeenschap leeft en dat te behouden. Dat is al veel waard voor mensen. 
 
Ja, dat is heel veel waard voor mensen. Als je hier komt. En je komt hier elke week. 
Je kent iedereen die hier zit. Dat geeft een heel warm gevoel. Maar ja, naar mijn idee kun je dat ook graag doen bij de volleybalclub. Of bij de voetbalclub.  Dus het is niet alsof je dat gevoel alleen hier kan krijgen.