Ruth Six fietst door Nieuwegein met een hoopvolle missie
‘Is je fiets kapot?’ Dominee Ruth Six loopt nog maar kort met haar fiets in de hand totdat ze iemand tegenkomt van haar kerkgemeente die haar wil helpen. Ze legt uit aan de mevrouw in kwestie dat ze even aan het bellen is. Gelukkig maar dat die fiets niet stuk is, want Ruth – de op een na jongste dominee van Nederland- fietst er namelijk mee van hot naar her in Nieuwegein. Met als doel om mensen een perspectief van God maar vooral hoop mee te geven.”
Uit onderzoek van onder andere de Vrije Universiteit Amsterdam en de KRO-NRCV bleek onlangs dat Gen Z geloviger is dan de Millennials. Hoe denk je dat dat komt?
“Dat heeft denk ik te maken met de tijd waar we in leven, en hoe het leven zich de afgelopen honderd jaar ontwikkeld heeft. Mensen moesten en moeten steeds zelfstandiger worden, eigen keuzes maken. En eigenlijk is daarin helemaal geen ruimte meer voor wat waarden zijn, wat belangrijk is. Alles wordt een beetje nihilistisch in deze tijd. Er is geen hogere waarheid. Mensen trekken dan bijvoorbeeld wel naar zelfhulp en gaan daarmee op zoektocht. Die verstaan het leven vaak als maakbaar en zijn vooral bezig met hen zelf gelukkig maken. Terwijl het verhaal van de Bijbel en van het geloof juist heel hoopvol is. Iets waar mensen zich graag door laten aanraken en verrassen. En dat merk ik ook bij jonge mensen. Die hebben ook niet meer de negatieve connotatie die het geloof vroeger voor een generatie boven mij ook wel had. Van, oh, het is heel stoffig en saai.”
De kerk zit voor het grootste gedeelte vol met de generatie boven jou. Je bent zelf 26 Hoe ervaar je het contact met de oudere mensen uit je kerk?
“Ik denk dat ze een jonge dominee vooral wel heel hoopvol vinden. En geloof is niet afhankelijk van leeftijd, want iedereen kan erdoor geraakt worden. Ik denk dat ik ook wel een soort van bevangen manier heb van geloven. Ik probeer het dicht bij mijn eigen beleving te houden. En ik merk wel dat ze dat heel prettig vinden.”
Je hebt al heel jong te maken gekregen met thema’s als rouw en verdriet door het verlies van je vader. Waardoor je misschien wat meer ervaring hebt dan de meeste leeftijdsgenoten, zorgt dat er ook voor dat je die oudere groep mensen misschien beter kunt aanspreken?
“Ik denk wel dat ik er daardoor op jonge leeftijd gevoelig voor was dat dit bestaan niet alleen maar rozengeur en maneschijn is en ook voor de aanwezigheid van God in dat lijden. Dat is wel iets wat ik altijd heel sterk zelf heb ervaren. Ik heb juist God heel erg ontmoet in het verdriet, de pijn en het lijden. En dat maakt wel dat ik die andere mensen die pijn hebben, goed kan verstaan. Maar ik leer ook veel van bijvoorbeeld mensen die in de 80 zijn en een heel huwelijk, leven en kinderen achter de rug hebben. Ja, dat heb ik natuurlijk allemaal nog niet. Dus daar kan ik wel dingen van denken en vragen over stellen. Ondanks dat ik zelf die ervaring niet heb.”
Je moeder is dominee en je vader stond voor zijn overlijden ook op het punt om dominee te worden. Hebben zij je geïnspireerd om dit werk te gaan doen?
“Ja, dat klopt. Mijn vader heeft net zoals ik theologie gestudeerd en werkte voor de kerk. Hij was nog geen dominee, dat zou hij bijna worden, maar hij was vooral bezig met de vraag die ik zelf ook boeiend vind: hoe kunnen we de boodschap van het geloof zo vertellen dat het ook iets zegt tegen mensen die daar niet mee zijn opgegroeid? Je zou het evangeliseren kunnen noemen, maar dat is vaak zo’n beladen term. Het is voor mij veel meer een ontdekkende houding. En mijn moeder is later ook dominee geworden, toen ik achttien was.
Ze had het ook een tijd moeilijk met geloven na het overlijden van mijn vader. Maar ze vond langzaamaan een vernieuwd vertrouwen. Dat heeft veel indruk op me gemaakt. Toen zij dominee werd, ben ik zelf ook meer over theologie gaan nadenken. Eerst ben ik iets anders gaan studeren, juist omdat ik niet hetzelfde wilde doen als zij. Maar uiteindelijk bleek de roeping te sterk. We praten thuis nog steeds veel samen over het vak en over wat we meemaken in het werk. We werken zelfs soms samen thuis, dat is heel fijn.”
Hoe ziet zo’n werkdag als dominee eruit?
“Het is eigenlijk super divers en het verschilt ook nog eens per dag. Het is een combinatie tussen enerzijds echt heel erg veel onder de mensen zijn, dus onder de gemeenschap. En dat is wel heel persoonlijk, dat je bij mensen langsgaat om te horen hoe het met ze is, met ze mee te leven en om voor ze te bidden. En dat verschilt dan van keurige huizen tot situaties waar sprake is van verwaarlozing. Daarnaast bereid ik natuurlijk diensten voor en leid ik gesprekskringen, en ben ik ook gewoon druk met vergaderen. Maar anderzijds vind ik het ook heel belangrijk om juist de rust op te zoeken. Door bijvoorbeeld te bidden en de bijbel te bestuderen. Zodat ik mij af kan stemmen op de aanwezigheid van God. En vaak kom ik op dat soort momenten ook tot een ingeving om bij een specifiek persoon langs te gaan. Ik zie het dus ook een beetje als mijn taak om dingen met aandacht en rust te doen en niet door te rennen in het leven.”
Fiets je over twintig jaar nog steeds als dominee door Nieuwegein?
“Ik blijf in ieder geval sowieso nog vier jaar dominee in Nieuwegein. Ik vind het heel mooi om te doen, maar ik merk wel dat ik het ook leuk vind om te blijven theologiseren. Dus misschien nog wat te onderzoeken of zelf les te gaan geven. Dat lijkt me ook wel leuk, maar mijn eerste roeping ervaar ik dan nog steeds echt als dominee. Mijn man heeft ook theologie gestudeerd en wil misschien nog wel predikant worden. En dat is iets wat we niet tegelijkertijd willen doen. Dus dan komt er misschien ook een tijd dat hij dat is en dat ik iets anders ga doen. Ik geloof dat dat vanzelf duidelijk wordt. En ik heb geen grootste carrière op het oog, ik wil gewoon trouw blijven aan wat ik belangrijk vind en wat god op mijn pad brengt.”