Teylers Museumdirecteur Marc de Beyer wil als nieuw jurylid van het populaire televisieprogramma Project Rembrandt kunst en cultuur onder een breder publiek bekend maken: “Als ‘museummens’ besef ik dat het publiek anders naar kunst kijkt dan ik.”
Marc de Beyer vindt kunst belangrijk. Dat blijkt ook witte donderdag, de dag voor Goede Vrijdag. In plaats van zich klaar te maken voor een druk Paasweekend, staat De Beyer journalisten te woorden om over het nieuwe seizoen van Project Rembrandt te praten. In de vergaderzaal van Teylers Museum praat De Beyer staand en met een kop koffie in de hand via Zoom over zijn grootste liefdes: kunstgeschiedenis en meubilair. In zijn werkkamer hangt een goud omlijst oud-Hollands schilderij. Oud-meubilair is nergens te bekennen.
Afgelopen zondag was de eerste uitzending van Project Rembrandt. Hoe heeft u naar de eerste uitzending gekeken?
“Eigenlijk was het een verrassing, omdat ik opeens mezelf terug zag in de uitzending terwijl ik niet wist dat ik er in zou zitten. De eerste aflevering is gericht op de selectie van de kandidaten voor de daarop volgende afleveringen, en is dus zonder juryleden. Ik had niet verwacht mijn gezicht opeens te zien. De tweede aflevering heb ik al wel gezien samen met de crew en kandidaten in een klein bioscoopje in Amsterdam. Dat was heel gezellig.”
Kende u het programma al?
“Wat een gewetensvraag. Ik kijk geen televisie en ik had het programma voor ik gevraagd ben eerlijk gezegd nog nooit gezien. Toen het verzoek vanuit de productiebedrijf binnenkwam heb ik een paar afleveringen gezien voor ik met ze aan tafel ging.”
Waarom heeft u ja gezegd?
“Ten eerste vind ik het heel erg leuk en belangrijk om kunst naar een brede doelgroep te brengen. Dit programma is daar ideaal voor omdat er veel verschillende mensen naar kijken. Als kunsthistoricus merkte ik dat wij als jury vaak moeten uitleggen wat we zien, hoe we naar de schilderijen kijken en waarom we bepaalde keuzes maken in de beoordeling. Ik kijk vanuit mijn theoretische kunstgeschiedenis kant, ik relateer het heel erg aan de kunstgeschiedenis van de voorafgaande eeuwen, terwijl mijn medejurylid en kunstenaar Raquel van Haver, met het oog van een schilder naar de schilderijen kijkt. Ik denk dat je door deze verschillende perspectieven meer inzicht creëert in wat kunst eigenlijk is, wat het betekent en hoe deze schilders daarmee bezig zijn.
Ten tweede is het natuurlijk ook mijn taak als directeur om het Teylers museum landelijk zo bekend mogelijk te maken. Ik vind het heel belangrijk dat het unieke karakter van het museum naar voren komt, en als zo’n programma als Project Rembrandt daaraan kan bijdragen is een hele fijne bijkomstigheid.”
Wat heeft u als jurylid allemaal moeten doen, kwam er veel bij kijken?
“Het was een intensieve periode naast mijn al drukke baan als museumdirecteur. Voor dat laatste moet ik onder andere veel dingen ‘s avonds doen, en de opnames kwamen erbij. We werkten een beetje volgens de agenda van presentatrice Annechien Steenhuizen, die de ene week het journaal presenteert en de andere week Project Rembrandt presenteert. Ik heb ongelooflijk veel lol gehad met de fantastische crew. Ook met Raquel was de samenwerking erg prettig. Het leuke was dat wij bijna altijd dezelfde mening hadden. We deelden allebei dezelfde professionele blik. Wij zien andere dingen dan de publieksjury die ook na elke opdracht standaard andere schilderijen als winnaar benoemden dan wij. Ik stel mijzelf continu de vraag snapt het publiek dit. Wij als jury weten dit, maar weet het publiek dit ook. Het is gewoon van groot belang dat je dingen toelicht. Eén gevleugelde uitspraak van het hoofproductie leider van haar was: “Ho stop, mijn moeder thuis op de bank moet het ook begrijpen.”
Wat vond u van de kandidaten van dit jaar? “Ik heb afgelopen zondag de eerste uitzending met daarin de selectie bekeken, waarin alleen de coaches Iris en Thyas aanwezig waren. Toen ik het keek was het grappige dat ik af en toe dacht: ‘Goh, wat een verassende keuzes.’ Er zaten mensen bij die doorgingen waarvan ik vond dat ze niet de beste werken hadden gemaakt. Tegelijkertijd weet ik ook wat voor progressie deze mensen hebben gemaakt, en het is heel interessant om te zien hoe je in een aantal weken echt heel veel beter kan worden. Als je ziet hoe de kandidaten aan het begin waren en hoe de finalisten schilderen, dan is het echt een wereld van verschil en dat vind ik heel tof om te zien. De winnaar is dan ook zeer terecht.”