Bron afbeelding: Pixabay
De vogelsterfte veroorzaakt door windturbines blijkt nog niet te dalen ondanks het zwart verven van één wiek. Het onderzoek dat plaatsvindt in de Eemshaven sinds eind 2021 levert na acht maand nog geen duidelijk verschil, laat provincie Groningen weten in een persbericht. Op het Noorse eiland Smøla is dit wel al eerder gelukt.
Door het hoge aantal vogels dat sterft omdat ze tegen windturbines opbotsen, is er initiatief genomen door provincie Groningen en Rheinisch-Westfälisches Elektrizitätswerk (RWE), een elektriciteit producerend bedrijf voor Benelux, om het aantal te verminderen. Dit onderzoeken zij door één wiek van een windturbine zwart te verven.
“Dat vogels af en toe slachtoffer van windmolens worden is een gegeven.” zegt Hanne Tersmette, woordvoerder van de Vogelbescherming. “Vanuit de Vogelbescherming zijn we voorstander van windenergie, maar wel onder de voorwaarde dat de negatieve effecten op vogels en andere kwetsbare soorten worden geminimaliseerd. Dat is dan ook precies de reden waarom we het onderzoek ondersteunen, in de hoop dat minder vogels tegen de windturbines aan vliegen.” Ook geeft Tersmette aan dat het geen teleurstelling is dat er nog geen verschil valt te zien, “Het lopende onderzoek wordt nog verbreed door onder andere sensoren, camera’s en een radarsysteem in en rond de turbines te plaatsen.” Dit zal hopelijk meer informatie op leveren waardoor de kans op botsingen kleiner wordt.
Vervolg onderzoek
Aangezien het onderzoek nog loopt, is het te vroeg om op basis van deze resultaten een conclusie te trekken. Het effectonderzoek wordt uitgewerkt in totaal drie jaarrapportages en zal naar verwachting nog tot de winter van 2024/2025 lopen.
