Voetbaltrainer Patrick Kieftenbelt was twaalf jaar trainer bij vv Diepenveen. Na een succesvol seizoen met het eerste elftal stopt hij bij de club.” Het trainerschap blijft hij echter trouw. “De impact van voetbal vind ik heel belangrijk. Plus: het spelletje is natuurlijk het allermooiste ter wereld. Dat ik de impact en het spel kan combineren maakt het extra mooi”
Nog net geen fulltimebaan stopt hij in het voetbal. Naast 30 uur bij de jeugd van Go Ahead Eagles spendeerde Patrick Kieftenbelt ook nog drie dagen per week aan de amateurvereniging waar hij in mei kampioen mee werd. Waar komt zijn betrokkenheid vandaan? Is het puur de liefde voor de sport of gaat het dieper?
Het overkomt hem maar zelden: geen zin hebben. Zijn motivatie? Trots laat hij een foto zien: een twintigtal glunderende jeugdspelers van een jaar of 14, grote grijnzen en pontificaal een zilveren schaal in hun midden. “Kijk naar de koppies” zegt hij. “Als je met deze jongens op het veld staat, dan is het altijd feest. Die gaan als de brandweer, geven altijd honderd procent, willen altijd beter worden. Zij verdienen gewoon een trainer die er ook voor de volle honderd procent is. Als ik dan al een keer geen zin heb en ik zie ze weer in de kleedkamer zitten, dan krijg ik vanzelf zin.”
Met overtuiging vertelt hij over de belangrijke taak die hij in het trainerschap ziet. “Ik mag bij Go Ahead Eagles training geven, omdat zij mij erop kunnen vertrouwen dat spelers zich in een fijne omgeving bij mij ontwikkelen. En tuurlijk als we kampioen worden, dan ben ik het grootste kind dat meejuicht, maar uiteindelijk ben ik er omdat ik hun een veilige omgeving wil bieden waarin ze zichzelf met heel veel plezier een betere voetballer kunnen maken.”
Als hem wordt gevraagd waar die overtuigde inzet vandaan komt, valt er een stilte. Een moeilijke vraag vindt hij, maar als hij begint te praten, gedecideerd en zoekend naar de juiste woorden, komt er een diep sociaalmaatschappelijke betrokkenheid naar voren. “Als het goed gaat met voetballen, dan gaat met het kind alles goed: school, thuis etc. Ik heb weleens met jongeren gewerkt, die bijvoorbeeld geen contact meer hebben met hun vader. Die soms zoeken naar een vaderfiguur. Ze delen dan dingen met je waarvan je dan denkt: oké dit is wel bijzonder. Over het algemeen komen jongeren en voetbal vaak op een negatieve manier in het nieuws. Dit terwijl, als je zulke jongens begeleidt en met hen praat over hun valkuilen, ambities, maar ook hun problemen, je ziet dat er in de maatschappij te makkelijk over ze wordt geoordeeld.”
Voetbal, zo vertelt hij, gaat dieper dan de bal die rolt: het samenzijn, het collectieve dat is voor hem het allerbelangrijkst. “Ik denk dat het voor heel veel jongeren goed is om te fungeren in een teamsport. En dat zit het hem al in de kleine dingetjes: op tijd komen, afspraken die je maakt of dingen die je doet voor je vereniging.” “Die impact van voetbal vind ik heel belangrijk. Plus: het spelletje is natuurlijk het allermooiste ter wereld. Dat ik de impact en het spel kan combineren maakt het extra mooi.”
“Zo hadden wij laatst een wedstrijd in het Abe Lenstra Stadion. Dat is voor die jongens, maar ook voor mij een hele belevenis. Die kleedkamers, de catacomben, het veld, dat is iets waar ze van dromen. En het gevoel dat het geeft, ja dat is voor mij heel lastig uit te leggen aan iemand die voetbal niet begrijpt. Het is de beleving samen, de herinneringen die je samen maakt, het gene waar je samen naar toewerkt. Ieder seizoen zeggen we weer, we gaan dit jaar samen herinneringen maken.”