
Door: Daniëlle Pathuis
Marco Poos is al 16 jaar lang activiteitenbegeleider bij verzorgingshuis Liberein, als hij de vraag krijgt of hij contactclown wil worden. “Toen dacht ik, misschien is dit wel de uitdaging die ik zoek. En het is de geweldigste keuze die ik tot nu toe gemaakt heb.” Als contactclown maakt Marco contact met ouderen met dementie, om hen zo te laten zien dat er iemand voor ze is. Na een opleiding van anderhalf jaar, en inmiddels vier jaar ervaring in het vak, weet Marco de mensen een geweldige dag te bezorgen.
S’ morgens vroeg volledig in de schmink begint Marco met het leegmaken van zijn hoofd. Hij moet zich in de rol wanen van Coco de contactclown. Meestal gaat hij rond 10 uur met zijn collega’s de afdeling van de bewoners op. “Dan gaan we kijken wie er contact willen en wie er geen contact willen, want dat kan natuurlijk ook nog.” “Het mooiste is om met mensen die geen of heel moeilijk contact maken, in contact te komen” vertelt Marco, “wij noemen ‘het hart tot hart contact’. Als iemand heel verdrietig is, worden wij ook heel verdrietig. Als iemand onrustig is omdat hij graag weg wil van de gesloten afdeling, zijn wij ook onrustig”.
Marco heeft als contactclown ook te maken met bewoners die terminaal zijn. “Ik heb een paar maanden geleden bij een bewoner aan bed gezeten, en ik kreeg eerst echt geen contact. Toen heb ik echt alles uit de kast gehaald en geprobeerd om in ieder geval te laten merken dat ik aanwezig was. En toen heeft hij nog zijn hand bewogen, ik heb zijn hand vastgepakt en ik zag echt een berusting op zijn gezicht zo van, gelukkig er is iemand hier. Toen heb ik het contact weer langzaam afgebouwd en ben ik weggegaan. Twee dagen later kreeg ik te horen dat hij was overleden.”
Na 20 jaar in de zorg weet Marco het goed van zich af te zetten. “Je weet gewoon dat mensen overlijden, en zelfs al drie keer tijdens een activiteit dat mensen zijn overleden. En het klinkt misschien hard maar je wordt er wat makkelijker in”. Het was immers, als contactclown, wel een hele positieve ervaring, vertelt Marco. “Dan merk je dat je er wel voor iemand bent”. Poos merkt dat hij als contactclown een zekere invloed heeft op deze ouderen. “Een keer, toen kwam ik op een afdeling, en er zat een meneer op de gang, op een dekenkist.” Marco is naast hem gaan zitten, en heeft verder niks gedaan, alleen gekeken en gespiegeld wat de man deed. “In een keer begint hij te vertellen over vroeger, over zijn werk, echt over van alles en nog wat. We hebben een heel leuk gesprek gehad, van de hak op de tak.” Later bij het evaluatie gesprek bleek dat de man normaal nooit praat. “Eigenlijk kan ik met iedereen contact maken en heeft ook bijna iedereen wel behoefte aan contact en het gevoel om begrepen te worden.”
Poos vertelt dat hij als mens gegroeid is door zijn werk als contactclown. “Ik ben zelf meer de mens gaan zien.” Hij zou het heel mooi vinden als er meer door de bril van een contactclown wordt gekeken. Poos zegt dat hij er altijd al tegenaan heeft gelopen dat er weinig naar de mens zelf wordt gekeken. “Fabriek klinkt heel oneerbiedig, maar het was meer productiewerk.” Zijn werk als contactclown geeft hem die ruimte. “Als contactclown kan ik daar wel een stukje voldoening in krijgen dat ik dat zelf wél kan.” Op een activiteit staat altijd een bepaalde tijd, maar contactclown, daar staat geen tijd voor. “Daar zijn we heel flexibel in, en dat vind ik wel heel fijn, dat we daar ook wat meer vrijheid in hebben. Om mensen echt wat beter te begrijpen en daar op een positieve manier mee om te gaan.”
Bron foto header: Marco Poos