Bron foto: Anne-Marije Baan
Doorzetter Jan Hommers moest na een ongeluk zijn passie voor sport opgeven. Zes jaar geleden ontdekte hij een nieuwe hobby: handbiken. Nu fietst hij drie keer per week rondom Wierden en komende zomer zelfs op de Alpe D’Huez. Op 76-jarige leeftijd blijft hij doorzetten: “Als je dat niet doet, dan lukt het je niet.”
Onmogelijk herstel
Jan Hommers is altijd al een fanatieke sporter geweest. Hij hield van hardlopen, schaatsen en wielrennen. Totdat Jan plots moest stoppen met deze hobby’s na een ongeluk in 1986 tijdens het snoeien van bomen. “Een tak van de boom heeft de ladder onder mijn voeten weggeslagen. Toen ben ik op mijn achterwerk gevallen, daardoor is mijn twaalfde borstwervel geknakt. Op dat moment was ik half verlamd”, vertelt Jan.
Nadat Jan drie weken op zijn rug heeft gelegen is hij geopereerd. “Toen was ik eigenlijk een beetje afgeschreven door de dokters”, zegt Jan. “Maar na enige tijd begon mijn teen weer te steken en volgens mij bewoog hij ook. Ik vertelde het aan de therapeut, die zei ‘dat kan niet, je bent gek.’ Hij keek ernaar en ik kreeg gelijk. Met een uur had ik alle dokters bij mijn bed staan, want het was eigenlijk niet mogelijk geweest.”
Nieuwe hobby
Na weken in het ziekenhuis en een lange revalidatie vond Jan zijn weg terug naar de sport. “Ik ben gewoon voor de gein begonnen met handbiken,” zegt Jan, “nu zit ik drie keer per week op mijn handbike en fiets ik tochten van vijftig tot zestig kilometer. Als het te koud is oefen ik onder in de kelder om mijn conditie te behouden.”
Hierdoor blijft geen tijd meer over voor andere hobby’s. In de woonkamer staat een groot schip, een Italiaans model. Dit ‘pieter-peuterwerk’ verwacht Jan dit jaar niet meer af te krijgen. “Zodra het mooi weer wordt, ga ik met de handbike naar buiten, dan komt er niks meer van.”
Gewoon fietsen kan Jan niet meer: “Als ik een klein eindje fiets, dan vallen mijn benen van de trappers. Mijn benen verzuren veel te snel. De bloedvaten zetten niet meer uit en daardoor verzuren ze. Dan vallen ze gewoon van de trappers af. Als ik dan stop, zak ik zo door mijn benen, dat is te riskant.”
Ondanks zijn fysieke beperking bleef Jan altijd werken als boer op zijn eigen boerderij. “Eerst in Ipelo, daar zijn we uitgekocht. Daarna zijn we in Amdelden een nieuwe boerderij gestart en die wist ik tot ik zeventig jaar oud was draaiende te houden.” Jan ziet overeenkomsten tussen het leven op de boerderij en zijn hobby handbiken: “Ik fiets het liefst alleen. Ik heb een tijdje bij een team gezeten, maar dat is niks voor mij. Ik ben een eenling, als boer werk je ook alleen.”
Naar de top
Jan heeft al veel tochten erop zitten. Vorig jaar deed hij mee aan één van de vijf wedstrijden tijdens de Nederlandse kampioenschappen handbiken. In 2019 nam hij deel aan de handbikebattle in Kaunertal, Oostenrijk. Zelfs de Elfstedentocht laat Jan niet aan zich voorbij gaan. In 2020 reed hij op zijn handbike in twee dagen de tocht van ruim 200 km. In juni is het tijd voor een nieuwe uitdaging in de Franse Alpen. “Mijn zoon heeft al eens mee gedaan aan de Alpe D’Huzes. Het is hem toen niet gelukt om zes keer de berg op te fietsen. Toen hij zei ‘eigenlijk wil ik nog een keer meedoen’, zei ik gelijk ‘ik wil ook mee.’”
Nog nooit heeft Jan zo’n steile berg beklommen, vooral zijn wilskracht gaat hem helpen. “Je rijdt eigenlijk meer op karakter dan fysiek. Er is niks geen lol aan, echt niet. Je draait en je draait gewoon om het einddoel te halen. Dat is het enige wat je wilt.”