Bron foto: Anne-Marije Baan
ALMELO- Het drong bij Rob S. niet door dat zijn vriendin na drie jaar hun relatie beëindigde. Hij bleef haar bijna een jaar lang stalken, want Rob moest antwoord krijgen op zijn vraag: waarom heeft zijn ex-vriendin het uitgemaakt? Dinsdag 16 mei werd Rob S. veroordeeld door rechtbank Almelo tot twee maanden voorwaardelijke celstraf met een proeftijd van drie jaar voor stalking.
De twee Oldenzalers kenden elkaar van vroeger en waren vanaf 2018 samen. Door zijn drugsgebruik hadden ze volgens Rob S. een ‘toxic relatie’. Vaak was zijn ex-vriendin bang voor hem, wanneer hij weer eens ruzie zocht. In 2021 verliep het tussen de twee niet goed meer en op 6 september was deze relatie over, maar daar hield het voor Rob S. niet op. Nadat zijn ex-vriendin hem op elke vorm van sociale media had geblokkeerd, bedacht Rob S. een andere manier om contact te houden. Hij maakte geldbedragen over naar het slachtoffer om in de bankafschriften teksten aan zijn ex-vriendin te zetten.
4 juli 2022 wordt Rob aangehouden wegens inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-vriendin.
“Voor mij was het ook een hel”, zucht S. dinsdag in de rechtbank Almelo. Hij bekent dat hij fouten heeft gemaakt en meent dat sorry zeggen geen zin meer heeft “Mijn enige doel was om contact te krijgen met mijn luisterend oor, mijn maatje. Het was hopeloos. Ik was ook echt een hopeloos stukje mens.”
De rechter wijst de dader op de vele signalen die hij ontvangen heeft, zoals de negen geblokkeerde telefoonnummers en het ingrijpen van de politie. De Oldenzaler knikt instemmend en vertelt dat het ‘helaas’ een verslaving was om weer in contact te komen: “We hebben samen cocaïne gebruikt. Die groef is vrij diep gemaakt. Ik ben verslavingsgevoelig en zij werd mijn verslaving. Je kunt mijn drugsgebruik of alcohol weghalen, maar ik blijf verslaafd aan haar.”
Rob S. is op 3 maart veroordeeld voor een andere stalkingszaak uit een periode van dit jaar. Het hogere beroep loopt nog. De officier van justitie spreekt uit verbazing: “U heeft jarenlang hetzelfde gedrag vertoond.” Inmiddels verblijft Rob S. in de Piet Roorda kliniek in Zutphen. Hier leert hij om van zijn verslaving af te komen en niet afhankelijk te zijn van relaties.
Het slachtoffer is ook aanwezig bij de zitting en heeft een brief van meerdere A4’tjes voorbereid en begint aan de eerste zinnen: “Wat was ik verliefd op jou.” Met woede in haar stem spreekt ze haar ex-vriend persoonlijk aan. “Rob, het is niet mijn schuld. Het komt door jouw verslaving.” Ondertussen laat de dader zijn hoofd laag hangen. Het slachtoffer is zo’n tien minuten aan het woord. Terwijl ze haar tranen inhoudt vertelt ze over de impact die de stalking op haar leven en die van haar kinderen had. “Wat heb jij mijn familie een pijn gedaan, een jaar slapeloze nachten.” Met de brief trillend in haar hand spreekt ze de laatste woorden uit: “Ik wil graag rust. RUST!”
De rechter gaat mee in de eis van de officier van justitie en de Oldenzaler wordt een voorwaardelijke gevangenis straf van twee maanden opgelegd, met een proeftijd van drie jaar. Daarbij komen de voorwaarden kijken die ook bij zijn eerdere veroordeling hoorden. Deze bestaan onder andere uit een contactverbod met zijn ex-vriendin, een alcohol- en drugsverbod en verplichte opname in de kliniek.