De 56-jarige verdachte uit Almere, Igon R, zou zichzelf volgens meerdere verklaringen op 15 juli 2021 bevredigd hebben in de trein, ook zou hij nog geen maand later zijn geslachtsdeel hebben laten zien op een pier in Almere. In beide situaties waren de vermeende slachtoffers minderjarig. De Officier van Justitie eist een straf van 54 dagen, waarvan 50 voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, of een taakstraf van 80 uur.
In de rechtbank in Lelystad is het rustig, de verdachte is ruim op tijd aanwezig in de wachtruimte, waar hij angstig met zijn benen tript terwijl hij wacht op zijn advocaat. Op het moment dat Igon R. de tamelijk lege rechtszaal binnen loopt blijft hij eerst rustig, maar schrikt hij als hij hoort dat er pers aanwezig is. Igon R. vertelt in de rechtszaal ook dat hij gespannen is, dat is te zien, want ook in de rechtszaal tript hij nog steeds met zijn benen. Ook zegt de verdachte bang te zijn dat hij niet meer zou kunnen werken als verpleegkundige.
Als de rechtszaal geopend wordt door de voorzitter vertelt de officier van justitie dat de verdachte 15 minuten in de trein gemasturbeerd zou hebben, als de rechter dit navraagt bij de Igon R. ontkent hij dit: ‘’Nee hoor, hooguit drie of vier seconden’’. ‘’ik dacht eigenlijk meteen al, waar ben ik nou mee bezig. Ik schaam me kapot’’. Een van de rechters vertelt dat de man bij de politie verklaarde dat hij zich vrolijk voelde en zichzelf daarom bevredigde, ‘’nu vertelt u dat u hem alleen maar wat rondzwaaide’’.
De verdachte zou naast dit treinincident ook op een pier in Almere aan twee minderjarige meisjes zijn geslachtsdeel hebben laten zien, ook dit klopt niet volgens de verdachte: ‘’Ik pakte alleen mijn broekspijp vast’’. Als een rechter vraagt waarom de verdachte dit deed, dan is zijn antwoord dat hij alleen maar een beetje wilde uitdagen, Igon R. zegt zelf dat hij ook uitgedaagd werd. Daarnaast zou de verdachte volgens een politieverklaring na het pier-incident hebben gevraagd of de minderjarige meisjes wilde weten of hij ‘een grote’ had, als reactie op een vermeende opmerking die één van de twee meisjes maakte: ‘’Hij is een Antilliaan, dus hij zal wel een grote hebben.’’
De verdachte lijkt zich in de rechtszaal niet alles van bijna twee jaar geleden te kunnen herinneren. Wanneer zijn eerdere verklaringen aan hem worden voorgelezen, kan de verdachte zich dit opeens wel herinneren. De Officier van Justitie verwijt de verdachte dat hij zich ‘cruciale momenten’ steeds anders herinnert dan verklaringen van de slachtoffers die op deze cruciale momenten steeds wel overeenkomen. Ook verwijst Igon R. meermaals naar camerabeelden waarop geen van deze belangrijke momenten te zien is. Wel is te zien dat de verdachte bij de pier aankomt en weer wegloopt.
De verdachte blijft, ook nadat hij al anderhalf uur in de rechtszaal zit, bij zijn standpunt: ‘’Ik heb niks verkeerd gedaan’’. Igon R. zegt ook dat de verklaringen die hij bij de politie heeft afgegeven juist zijn, dat hij zich nu niet alles kan herinneren vind Igon R. niet meer dan normaal: ‘’het is al zolang geleden’’. In deze ruim twee uur durende rechtszaak vraagt de verdachte aan de rechter of hij hem snapt. De rechter antwoordt: ‘’Ik kan u wel volgen, maar uw hoofd niet’’.
De uitspraak vindt plaats in Lelystad op vrijdag 2 juni.