Basisscholen kunnen nu helpen met het identificeren van slachtoffers van kindermisbruik. Dit kan met het nieuwe schoolalarm. Veel basisscholen krijgen een uitnodiging, maar een paar ook niet. De basisscholen die wel de kans krijgen om mee te doen, krijgen als het nodig is beelden te zien van slachtoffers van kindermisbruik. Zo kunnen ze kijken of ze de het kind herkennen. Dit is een initiatief van de politie en het openbaar ministerie. Justitie verwacht dat schoolalarm een paar keer per jaar wordt ingezet.
Basisscholen krijgen een oproep om zich op te geven voor schoolalarm. Dan kunnen ze een keuze maken of ze wel of niet willen meedoen aan dit initiatief. Maar niet iedereen krijgt deze oproep zo had Mariska hoekman, Intern begeleider en plaatsvervangend directeur bij kind centrum Anne Frank, had geen oproep gekregen. ‘Ik heb er persoonlijk niets van gehoord, ik weet ook weinig van het initiatief af. Ik zou er wel graag aan mee willen doen als school. Het is namelijk belangrijk om bescherming te bieden aan kinderen als zij dit nodig hebben.’ De reden dat niet elke school een oproep krijgt voor deelname is onbekend.
‘Ik kreeg wel de oproep en stuurde het gelijk door naar de rest van het team, toen heb ik besloten om er aan mee te doen. Ik zag eigenlijk geen reden om het niet te doen.’ Aldus Richard Nanninga, Directeur-bestuurder van Protestants Christelijke basisschool het Mozaïek.
De basisscholen die de keuze hebben gemaakt om mee te doen aan dit initiatief krijgen wanner dit nodig is een oproep om te kijken naar beeldmateriaal waar de kleren, of het gezicht van het slachtoffer is gezien. Dit is nooit pornografisch materiaal. Door het zien van dit materiaal kunnen de basisscholen kijken of ze het slachtoffer herkennen. Hierdoor kan het slachtoffer eerder uit een situatie met seksueel misbruik komen.
Op het internet werd gespeculeerd dat schoolalarm meer druk zou uitoefenen op leraren. Maar Richard Nanninga denkt hier anders over: “Ik heb zelf drie mensen aangewezen die het beeldmateriaal gaan bekijken als dit nodig zou zijn. Deze drie mensen zijn allemaal geen leraren maar ikzelf, begeleiders en ander personeel.”