“Zolang ze mij hier willen hebben en zolang het kan, blijf ik mijn ding doen met veel liefde en plezier.”
“Zolang ze mij hier willen hebben en zolang het kan, blijf ik mijn ding doen met veel liefde en plezier.”

“Zolang ze mij hier willen hebben en zolang het kan, blijf ik mijn ding doen met veel liefde en plezier.”

Al ruim zes jaar doet Diana de Vries (48) vrijwilligerswerk bij de voedselbank in Almelo. In 2022 is het klantenbestand gestegen met 67,6%. Wekelijks maken de circa negentig vrijwilligers, waaronder Diana, 280 voedselpakketten voor mensen die het niet breed hebben.

Het begon allemaal door een appje. “Een vriendin van mij werkte hier en zij stuurde een berichtje in de groepsapp met alle vriendinnen dat ze nog vrijwilligers bij de voedselbank zochten. Dat leek mij wel leuk. Ik ben toen begonnen op de vrijdagochtend.” De vriezer is haar domein, daar maken ze de vleespakketten. Ook rijdt ze weleens met één van de bussen rond, om gedoneerde producten op te halen bij supermarkten. Inmiddels is Diana 25 uur in de week te vinden bij de voedselbank en is ze niet meer weg te denken. “Vorig jaar was ik zes weken ziek, toen ben ik in die weken bijna dertig keer gebeld met de vraag of ik op afstand kon helpen.”

Zwaar werk

Vrijwilligerswerk bij de voedselbank is niet niks volgens Diana. “Het maakt niet uit welke producten je hier verwerkt; groente, droge kruidenierswaren, producten uit de koeling of vriezer. Het is voor iedereen zwaar werk, want de kratten zijn loeizwaar. Als je een krat neemt van mijn afdeling, dan zit daar zo’n dertig à veertig kilo vlees in en daar loop je dan de hele dag mee rond te zwaaien.” Het zware werk eist aan het eind van de dag dan ook zijn tol: “Het is echt wel flink aanpoten, ’s avonds ben ik wel echt moe.” Toch neemt Diana het zware werk graag op de koop toe. “Op de vrijdagmiddag, wanneer de uitgifte is, zie je hoe blij de mensen zijn. Sommige mensen lopen huilend de deur uit omdat ze een kar vol eten hebben. Daar doe je het voor. Dat je mensen gelukkig kan maken en dat hun leven wat gemakkelijker wordt door de inspanningen die wij in een week leveren.”

Diana de Vries in de vriezer bij de voedselbank

Saamhorigheid

Voedselbanken gaan uit van het principe, door de burger, voor de burger. Voedselbanken worden namelijk niet gesubsidieerd vanuit de overheid. Het landelijk streven van de voedselbank is om voor alle klanten iedere week een voedselpakket te maken met 25 producten etenswaar. In Almelo zitten ze vrijwel altijd boven de 25 producten. “Het is leuk om te zien dat het toch leeft en dat mensen een hart hebben voor de voedselbank” aldus Diana. Vaak worden er inzamelingsacties gehouden, niet door de voedselbank zelf, maar door anderen voor de voedselbank. “Er zijn supermarkten, scholen, bejaardentehuizen, zorgcentra etc. die inzamelen. Dan krijgen wij soms twintig tot dertig kratten met producten terug, dat is echt prachtig. Eind maart kwam hier een school langs, die hadden kleding voor ons verkocht. Zij hadden 158 euro opgehaald. Dan komt hier een delegatie met van die kinderen samen met een juf, die komen dan het geld brengen. Dat mensen die initiatieven nemen om hier zulke dingen heen te brengen, is prachtig.”

Toekomst

Het doet Diana goed om de samenhorigheid te zien. Toch is zij van mening dat de voedselbank eigenlijk niet nodig zou moeten zijn. “Er wordt niet genoeg aandacht besteed aan het feit dat Nederland in armoede leeft. We hebben in Nederland 172 voedselbanken, het is ongelofelijk dat de regering daar niet inspringt.” Ze verwacht ook niet dat daar in de nabije toekomst wat aan gaat veranderen. “Ik verwacht niet dat daar binnen tien jaar verandering in komt. Ik denk eerder dat de nood alleen maar erger wordt.” Diana wil haar medemens graag helpen. Aan stoppen met het vrijwilligerswerk denkt ze nog lang niet: “Zolang ze mij hier willen hebben en zolang het kan, blijf ik mijn ding doen met veel liefde en plezier.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *