ZWOLLE – Het schaatsseizoen is weer begonnen. Dat betekent dat ijsmeester komend seizoen weer gaan proberen het beste kunstijs op hun baan te krijgen. Maar daar komt een hoop bij kijken, zoals de juiste temperatuur, goede luchtdruk en de juiste hoeveelheid vocht in de lucht.
Begin oktober was het nog behoorlijk warm, volgens sommigen was het zelfs te warm om te schaatsen, maar dat is niet het geval. Snel ijs heeft een oppervlaktetemperatuur van zeven graden onder nul. Het ijsoppervlak moet dus goed koud zijn, maar de lucht mag warm zijn; vijftien graden is volgens oud-topschaatser en locatiemanager van de schaatsbaan in Breda, Gianni Romme ideaal.
Zo’n ijsbaan wordt bevroren door een betonlaag die kou uitstraalt, waardoor het water verandert in ijs. Hoe lager de temperatuur van het beton hoe harder het ijs wordt. Superhard ijs is niet gewenst. Het wordt dan voor een schaatser lastig om met zijn schaats in het ijs te snijden, dit kost kracht.
Naast temperatuur was de luchtvochtigheid begin oktober ook hoog. Hoge luchtvochtigheid is slecht voor het ijs. Het ijs trekt het vocht aan en er komt een witte stroeve laag op het ijs. Vroeger zag je dit in Thialf gebeuren verteld Gianni Romme: “Voordat er klimaatregeling was, had je een probleem als de toeschouwers kwamen. Zeker als het publiek buiten was natgeregend, kwam er een hoop vocht in de hal, daar werd het ijs een stuk trager van.” Hoewel een lage luchtvochtigheid goed is voor het ijs, is dat niet goed voor de longen van de schaatsers. De ideale luchtvochtigheid ligt tussen de dertig en de veertig procent.
Een schaatsbaan goed maken en goed houden is door de vele factoren die erbij komen kijken dus allesbehalve eenvoudig.