Stigmatiserend beeld van autisme op de werkvloer “autisme wordt gezien als het nieuwe syndroom van Down” 

De Autisme Spectrum Stoornis (ASS) is een neurodiverse aandoening. Kenmerkend voor mensen met autisme is het hebben van meer moeite met sociale activiteiten, communicatie en ‘prikkels’ uit de omgeving. Denk hierbij aan geluid, geur, kleur en aanrakingen. Het begrijpen en ondersteunen van mensen met autisme, met name op de werkvloer, is erg belangrijk voor het bevorderen van een inclusieve samenleving. Helaas heerst er een stigmatiserend beeld over mensen die autisme hebben, en dit beïnvloed bijvoorbeeld ook de positie die zij innemen op de arbeidsmarkt. 

De Global Goals, ook wel bekend als de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s), zijn 17 doelen die in het jaar 2015 door alle lidstaten van de Verenigde Naties zijn aangenomen. Het doel wat zij stellen is het creëren van een wereld die duurzaam en inclusief is rond 2030. Inclusiviteit betekent dat iedereen, ongeacht achtergrond of een eventuele ziekte of handicap, mee mag doen in de samenleving. Iedereen is evenveel waard. De Global Goals 8, 10, 4 en 16 passen bij het streven naar een inclusieve wereld. Zo gaat Global Goal 8 in op het belang van eerlijk werk en groei van de economie. Global Goal 10 kijkt naar het aanpakken van ongelijkheid, wat erg belangrijk is voor het onderwerp autisme op de werkvloer. Deze doelen willen namelijk inclusieve en duurzame economische groei verder laten toenemen, door te kijken naar de werkgelegenheid en zorgen dat er fatsoenlijk werk voor iedereen beschikbaar is, en het gaat in op het verminderen van ongelijkheid binnen én tussen landen.

Global Goal 4 wat gaat over kwaliteitsonderwijs is ook belangrijk, omdat het benadrukt dat iedereen toegang moet hebben tot kwaliteitsonderwijs gedurende hun hele leven. Dit legt de benodigde basis voor vaardigheden die je nodig hebt op de arbeidsmarkt. Daarnaast richt Global Goal 16 wat inzet op vrede, justitie en sterke publieke diensten zich op de vreedzame en inclusieve samenleving waar de Verenigde Naties naar streven. Ook gaat het over het waarborgen van toegang tot recht voor iedereen, dit is belangrijk als je wil kijken naar het creëren van een fijne werkplek voor mensen met autisme.

Werkplek vinden lastiger door beperking

Een complex vraagstuk dat tegenwoordig vaak ter sprake komt, is hoe inclusief de werkvloer nu eigenlijk is. Het kan lastig zijn om een goede werkplek te vinden als je door een beperking aanpassingen nodig hebt. Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat slechts 1 op de 6 werkgevers iemand met een beperking in dienst heeft. Dit benadrukt de behoefte aan initiatieven die inclusie op de werkvloer bevorderen. In het kader van Wereld Autisme Dag wordt regelmatig aandacht gevraagd voor dit vraagstuk. Dirk van Meer, CEO van Core Changemakers, merkt op dat “autisme eigenlijk wordt gezien als het nieuwe syndroom van down.” Een schrikbarende opmerking. Van Meer, die zelf ook autisme heeft, werkt met een divers team waarin zowel mensen met als zonder beperking deelnemen aan de arbeidsmarkt. Hij benadrukt dat ondanks de diversiteit van het team, het aantal werknemers met een beperking laag blijft. Zijn opmerking komt overeen met een constatering die het UWV in 2022, volgens onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau, gedaan heeft. Hierin staat namelijk dat sinds 2015 de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten is ingegaan. Gerelateerd hieraan hebben het kabinet en werkgevers in het Sociaal Akkoord 2013 een banenafspraak gemaakt: in 2025 zouden er 125.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking gerealiseerd worden. In januari 2022 publiceerde het UWV dat er sinds de start van de banenafspraak ruim 70.000 extra banen gerealiseerd zijn. En toch nemen werkgevers nog niet vaak werkzoekenden met een ziekte of handicap aan, aldus het Sociaal Cultureel Planbureau.

Een positief voorbeeld van hoe inclusiviteit op de werkvloer wel al concreet wordt aangepakt, is het project ‘Sterk aan het Werk’ van Hogeschool Windesheim in Zwolle. Sinds 2022 helpt dit project studenten die afstuderen en een functiebeperking hebben bij het vinden van een baan op maat. Rianne Bieleman, projectleider van Sterk aan het Werk, legt uit: “Studenten die een functiebeperking hebben en afstuderen kunnen bij ons komen, zodat we naar een baan op maat kunnen kijken. We zijn dit project gestart omdat meerdere studenten met een beperking tegen sollicitatieproblemen aanliepen.”

Het project helpt afstudeerders aan een fijne werkplek na de studie. Daarbij zijn goede aanpassingen van belang, vertelt Bieleman: “studenten die bij ons aankloppen geven aan dat ze veel baat hebben bij aanpassingen zoals een rustige werkplek, duidelijke afspraken, kortere werkdagen.” Bieleman vertelt dat de reacties van bedrijven doorgaans positief zijn en dat ze bereid zijn mee te denken over aanpassingen.

“Bedrijven zijn dan bang dat deze werknemers het niet volhouden” 

Uit eigen onderzoek blijkt dat mensen met autisme behoefte hebben aan duidelijke afspraken en vaste (dag)structuur. Rebecca Rusch, jeugdzorgbegeleider met specifieke kennis over autisme, vertelt: “In mijn werk als jeugdzorgbegeleider heb ik vaak jongeren met autisme begeleid. Bij het solliciteren merk ik dat autistische mensen veel behoefte hebben aan structuur en rust. Echter, bedrijven hebben nog wel eens de instelling dat mensen met autisme een baan niet aankunnen en dat dagbesteding een betere optie is.”

Rusch vindt dit jammer: “Alleen omdat sommige mensen wat extra’s nodig hebben, betekent dat niet dat je ze een sticker op moet plakken waarop staat ‘je moet maar lager mikken qua toekomst’. Veel autistische mensen kunnen namelijk sommige dingen weer extra goed, zoals oog voor detail of secuur werken. Dat moeten bedrijven wel weten.”

Dirk van Meer bevestigt de bestaande vooroordelen over autistische mensen waar Rusch naar wijst. “Ik geef weleens lezingen over autisme. Wanneer ik het publiek vertel dat ik dat zelf ook heb, denken ze vaak dat ik een grapje maak. Zij denken niet dat iemand met autisme kan wat ik doe, en dat laat goed zien dat er veel stereotypes bestaan over autisme.” Van Meer noemt als voorbeeld de wereldberoemde natuurkundige Albert Einstein, die hoogstwaarschijnlijk het syndroom van Asperger had, een vorm van autisme.

Voor lichamelijke beperkingen zijn op dit moment meer aanpassingen mogelijk dan voor geestelijke beperkingen. Rusch legt uit: “Bedrijven vinden het makkelijker om zich aan te passen op lichamelijk gebied, zoals een lift voor de rolstoel of een aangepast bureau. Echter, als iemand aangeeft dat hij qua rust, structuur en duidelijkheid meer nodig heeft om te kunnen functioneren op de werkvloer, wordt er nog weleens moeilijk over gedaan. Bedrijven zijn dan bang dat deze werknemers het niet volhouden.”

Ook Trijntje van der Geest, ervaringsdeskundige en secretaris van cliëntenraad Jados, een organisatie die zich inzet voor mensen met autisme, herkent stereotypes over mensen met autisme. Dezen komen veel voor in bijvoorbeeld televisieseries, ziet Trijntje. Zij vindt dat dat een vertekend beeld geeft: “Geen enkel persoon met autisme is hetzelfde. Je hebt allerlei verschillende kenmerken. Ik begrijp zelf figuurlijk taalgebruik juist goed, terwijl vaak gedacht wordt dat alle mensen met autisme dit niet goed kunnen. Ik heb dan wel weer veel aan het maken van een goede planning.” Trijntje vindt dat mensen met autisme juist veel goede eigenschappen hebben: “Ik denk zelfs dat sommige eigenschappen mensen met autisme meer geschikt maken voor sommige functies op de arbeidsmarkt. We kunnen bijvoorbeeld over het algemeen goed geconcentreerd werken, als we een rustig werkplekje hebben zonder te veel prikkels. Ik denk ook dat wij alles kunnen leren wat mensen zonder autisme ook kunnen.”

Wetenschappelijk onderzoek naar autisme

Het Social Brain Lab, onder leiding van Christian Keysers, heeft onderzoek verricht naar de hersenactiviteit van mensen met autisme. Ze hebben onder meer ontdekt dat de spiegelactiviteit in de hersenen van jonge mensen met autisme minder goed werkt, wat kan leiden tot minder gevoel van empathie. Interessant genoeg bleek dat deze spiegelactiviteit rond de leeftijd van 35 jaar genormaliseerd is. Keysers vertelt: “dit gegeven wekt bij ons de suggestie dat mensen met autisme een andere, trager ontwikkelende sociale hersenstructuur hebben.” Een ander belangrijk aspect van autisme dat door het onderzoek is ontdekt, is de sterke connectie tussen de thalamus (het gedeelte van de hersenen wat het meeste ‘bedraad’ is) en de hersenschors (het gedeelte waar de informatieverwerking plaatsvindt) bij mensen met autisme, wat leidt tot een verhoogde gevoeligheid voor zintuiglijke prikkels. Daarom is rekening houden met prikkels bij mensen met autisme, zeker op een vaak drukke werkvloer, belangrijk. Keysers benadrukt het belang van grootschalige, gedeelde data bij het onderzoeken van autisme. Het Social Brain Lab heeft samengewerkt met 17 teams wereldwijd, wat heeft geleid tot de grootste collectie data van hersenactiviteit in autisme – de zogenaamde ABIDE collectie. Met gegevens van meer dan 500 personen met autisme en meer dan 500 controlepersonen heeft dit geleid tot een nieuw beeld en meer begrip bij autisme.

Het onderzoeksproject ‘Autisme Werkt’, waar hoogleraar Sander Begeer bij betrokken is, richt zich op het creëren van een doorbraak op de arbeidsmarkt om duurzame arbeidsparticipatie voor mensen met autisme te bevorderen. Begeer benadrukt het belang van inclusie op de werkvloer. Hij vertelt: “Een arbeidsmarkt waarin iedereen mee kan doen is belangrijk voor (potentiële) werknemers. Maar in deze tijden van arbeidsmarktkrapte is het benutten van arbeidspotentieel ook zeer belangrijk voor werkgevers. Zoveel mogelijk voorkomen van uitval of verzuim en het behouden van talent hoort daarbij.”

Het project is een initiatief van meerdere partijen, waaronder de Vereniging van Autisme Ambassadeurs (VAA), Stichting Vanuit Autisme Bekeken (VAB), Het Nederlands Autisme Register (NAR) en Human Total Care (HTC). Door de nieuwe inzichten die we krijgen door onderzoek naar autisme weten we voortaan beter wat mensen met autisme nodig hebben om deel te kunnen nemen aan de arbeidsmarkt. Een voorbeeld hiervan is het aanpassen van de werkplek om prikkels te verminderen. Dit kan door zogenaamde ‘noise-cancelling’ hoofdtelefoons beschikbaar stellen voor gebruik op kantoor en rustige werkruimtes in te richten. 

Nieuwe inzichten

Het werk van onderzoekers zoals Keysers en Begeer biedt nieuwe inzichten en oplossingen voor het ondersteunen van mensen met autisme op de werkvloer. Wanneer Dirk van Meer naar de toekomst kijkt staat hij hier positief in, maar benadrukt dat er nog veel moet gebeuren. “De dominerende stereotypes over autisme moeten de wereld uit. Autisme hoeft geen beperking te zijn als we met zijn allen bereid zijn om de nodige aanpassingen te maken en gebruik durven te maken van de kwaliteiten van mensen met autisme.”

Het wetenschappelijk onderzoek sluit nauw aan bij de Global Goals. Door onderzoeksprojecten zoals Sterk aan het Werk, het Social Brain Lab en Autisme Werkt, worden cruciale stappen gezet om de arbeidsmarkt inclusiever te maken voor mensen met een ziekte of handicap. Bedrijven en organisaties moeten blijven investeren in aanpassingen en ondersteuning om deze werknemers ook een plek op de arbeidsmarkt te kunnen garanderen en hun talenten in te kunnen zetten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *