Het steekincident van Veldzicht een jaar geleden: “ik zag in levenden lijve wat die man zichzelf had aangedaan”
Het steekincident van Veldzicht een jaar geleden: “ik zag in levenden lijve wat die man zichzelf had aangedaan”

Het steekincident van Veldzicht een jaar geleden: “ik zag in levenden lijve wat die man zichzelf had aangedaan”

Het steekincident van Veldzicht een jaar geleden: “ik zag in levenden lijve wat die man zichzelf had aangedaan”

“Het was een zaterdagmiddag. Ik was aan het werk in de winkel toen de pieper ging.” Het is een donkere, koude dinsdagavond en de houtkachel staat aan in het huis van Danny Lammersen (28). Zijn kleine, witte hondje Rambo komt nieuwsgierig snuffelen als we aanschuiven aan de woonkamertafel, waar Danny vertelt over zijn traumatische ervaring. De dag begon rustig en Danny was aan het werk bij de Jumbo. “We kregen een melding van Veldzicht. Dat klonk ons niet onbekend in de oren, want daar gaan we regelmatig heen.” 

Op 5 november 2022 ging het mis in CTP Veldzicht (Centrum voor Transculturele Psychiatrie). In de kliniek vond een steekincident plaats, waarbij 2 zwaargewonden vielen en 1 medewerker overleed. De dader, een patiënt, sloot zichzelf op in een aparte ruimte. Daar stichtte hij brand en bracht zichzelf om het leven. Als vrijwilliger bij de brandweer in Balkbrug was Danny samen met de andere ploegleden als eerste ter plaatse. 

Beelden die je niet meer vergeet

“Er waren een boel mensen die heen en weer renden. De beveiliging hield de deuren tegen, waar de dader met een steekwapen achter zat. We zagen hem niet, want de ruimte zat vol met rook,” vertelt Danny. Zowel de brandweerlieden als het personeel van Veldzicht konden weinig doen. Ze hebben een half uur gewacht op het arrestatieteam. “We stonden voor die deur terwijl rechts van ons de medewerkster werd gereanimeerd. Dat zijn beelden die je niet vergeet natuurlijk.” 

“Het arrestatieteam gooide de deur open. Twee agenten trokken de dader naar buiten en hij werd voor mijn voeten neergegooid. Ik zag in levenden lijve wat die man zichzelf had aangedaan. Dat vergeet je niet, dat blijft zich herhalen in je hoofd.” 

Achteraf heeft Danny veel last gehad van de gebeurtenis. “De maandag of dinsdag daarna was ik op mijn werk. Ik kreeg het plaatje gewoon niet meer uit mijn hoofd. Ik zag alleen maar die vrouw gereanimeerd worden en de man die voor mijn neus lag. Dat ging als een motortje.” ’s Avonds werd de gebeurtenis bij de kazerne opnieuw nabesproken. 

Foto: Willemijn van der Veen

Praten helpt 

“Alleen al de gedachte dat je iemand kunt bereiken kan geruststellend zijn voor je hersenen.” Herman Nugteren, eigenaar van The Trauma Care Company, vertelt over social engagement. “Dat is het contact dat je hebt met je naasten. Dat kan bij trauma goed helpen.” 

The Trauma Care Company wordt ingeschakeld vanuit gemeentes om mensen met een trauma te begeleiden. De organisatie helpt voornamelijk kinderen, zowel thuis als op scholen. “We spreken over trauma wanneer iemand allerlei trauma gerelateerde signalen afgeeft. Deze kinderen zijn niet altijd gediagnostiseerd, maar kunnen wel kenmerken van trauma laten zien. Aan de hand daarvan komen wij in actie.” 

Nugteren vertelt dat het belangrijk is om te praten over een potentieel traumatische gebeurtenis. “Dat zie je ook bij defensie, als militairen terugkomen uit het uitzetgebied, dan wordt er met ze gepraat en vaak ook bewogen. Dan gaan ze vaak een stukje lopen: in de frisse lucht met elkaar praten. Dat kan al heel veel helpen, want dan kunnen ze hun verhaal kwijt.” Zelf is Nugteren oud militair. Hij vertelt dat hij in de jaren 90 werd hij uitgezonden naar Bosnië. “Daarna ben ik voor hulporganisaties in oorlogsgebieden gaan werken. Die ervaring heb ik gebundeld in wat we nu aanbieden aan deze mensen.” 

Omdat Nugteren heeft geleerd dat praten zo belangrijk is, zet de organisatie deze methode in voor de cliënten, maar ook intern voor elkaar. “We hebben binnen de organisatie een Care For Caretakers programma, om te zorgen voor onszelf. Want als we niet goed zorgen voor onszelf kunnen we ook niet goed zorgen voor anderen.” 

Effectieve behandelmethoden

Er bestaan veel manieren om traumatische gebeurtenissen te verwerken. Peter van der Velden is onderzoeker bij Centerdata en hoogleraar bij de Universiteit in Tilburg. Hij vertelt over de vele studies naar de effectiviteit van traumabehandelingen. “Er zijn twee vormen die heel consistent naar voren komen. Dat is cognitieve gedragstherapie en EMDR.” 

Bij cognitieve gedragstherapie leren mensen hun negatieve gedachten om te zetten in positieve gedachten. Hierdoor zou het beter moeten gaan en het zou zorgen voor veranderingen in gedrag. EMDR werkt anders, hier wordt de traumatische gebeurtenis levendig voor ogen gehaald. In de tussentijd vraagt de therapeut om met de ogen zijn of haar vingers, of een lichtje te volgen. 

Beide behandelmethoden worden toegepast bij de behandeling van PTSS. Een posttraumatische stressstoornis is een mogelijk gevolg van een trauma. Waarom deze twee behandelingen het meest effectief werken, is volgens van der Velden ingewikkeld. “Er zijn allerlei verklaringen voor. Maar ze zijn beide effectief en er zitten weinig verschillen in effectiviteit.” 

Nazorg voor de hulpverleners

Volgens Tijdschrift voor Psychiatrie maakt zo’n 80% van de Nederlandse bevolking een potentieel traumatische gebeurtenis mee in zijn of haar leven. Een artikel van de Universiteit van Amsterdam geeft dezelfde informatie. Hieraan wordt toegevoegd dat slechts 25 procent van deze mensen de juiste zorg hiervoor krijgt. 

Na het incident organiseerde Veldzicht een rondleiding als nazorg, voor zowel de hulpverleners als voor de ploeg die daar toen aan het werk waren. Ze hebben daar toen een open kringgesprek gevoerd. “Over wie wat gezien had, om dat plaatje weer compleet te krijgen. Want niet iedereen heeft hetzelfde gezien die dag. Zo kun je het achter je laten,” zegt Danny. Daarnaast vertelt hij dat Veldzicht het protocol heeft gewijzigd. “Als er een gevaarlijk persoon is doet Veldzicht helemaal niks meer, dan komt gelijk het arrestatieteam. Wij moeten buiten blijven staan, buiten zicht en buiten alle gevaren. Zo zien we het niet en krijgen we het niet meer mee.” 

Na een jaar gaat het beter met Danny. In het dagelijks leven denkt hij er niet vaak over na. “Als iemand er naar vraagt wel. Dan krijg ik direct dat plaatje in mijn hoofd. Je weet wat je gezien hebt. Je ziet het nog een keer, nog een keer en nog een keer.” Hij geeft aan dat hij het plaatje in zijn hoofd heeft op het moment dat we erover praten. “Het gaat aan een stuk door nu. Maar dat is morgen weer weg.” 

“Het is vervelend om over te praten”, zegt Danny. Maar hij kan zijn ei altijd goed kwijt in de schuur. “Laat me maar gewoon lekker een avond mijn gang gaan. Muziekje aan, van niemand last en dan is het wel goed. Gewoon een beetje sleutelen aan de auto.” 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *