Julia Wouters (politicoloog)
‘’Een minister-president in algemene zin moet een enorme teambuilder zijn. Die moet zorgen voor veel draagvlak in het hele parlement, want een minister-president staat boven de politiek. Je bent er voor alle Nederlanders, dus je moet je een beetje neutraal opstellen als het om partijpolitiek gaat. Als er een programma-akkoord op hoofdlijnen komt, en omdat alle partijleiders in de Tweede Kamer blijven zitten, moet je extreem veel lobbyen als je iets gedaan wil krijgen. Daar komt bij dat er in een kabinet een teamgevoel moet ontstaan, wat lastig is wanneer ministers vanuit verschillende belangen op hun post zitten. Daarom moet een nieuwe minister-president extreem grote sociale vaardigheden hebben. Als laatste moet aankomende de leider van de regering heel weinig ego hebben. Een naam voor wie de nieuwe premier zou moeten worden kan ik niet noemen, want ik ben het totaal niet eens met het aankomende kabinet.’’
Niesco Dubbelboer (oud-Kamerlid Partij van de Arbeid)
“Nou, als het aan mij ligt, zou ik het liefst een minister-president zien die echt gelooft in de kracht van de democratie en de betrokkenheid van de burgers bij het politieke proces serieus neemt. Voor mij is het essentieel dat onze leider niet alleen praat over waarom en voor wie hij daar staat, maar dit ook daadwerkelijk in de praktijk brengt. Het is ook belangrijk dat onze minister-president in staat is om te kunnen navigeren door complexe politieke vraagstukken en het vinden van evenwicht tussen verschillende belangen. Iemand die in staat is om effectief te onderhandelen en compromissen te sluiten, zonder afbreuk te doen aan de kernwaarden van democratie en rechtvaardigheid. En tot slot, maar zeker niet onbelangrijk, zou ik willen dat de volgende kandidaat zich inzet voor inclusiviteit en sociale rechtvaardigheid. Dat betekent beleid voeren dat alle burgers ten goede komt, ongeacht hun achtergrond of sociale status, en streven naar gelijke kansen voor iedereen in onze samenleving.”
Bob Bouhuijs (docent BMR Journalistiek)
“Ik denk dat het heel erg belangrijk is dat wil je überhaupt in dit tijdgewricht een kabinet tot een relatief succes maken, dat je een bindende factor bent. Dat je in staat bent om de verschillende uiteenlopende posities te verenigen. Ik denk dat het een lastige opgave is dus te meer dat er waarschijnlijk een extern kabinet komt. Een kabinet waarin de fracties op afstand staan van het kabinet. Dat betekent dat de verschillende partijen, ook de zogenaamde regerings-ondersteunende partij, dat die uiterst kritisch kunnen zijn op het kabinet. Dat vergt als communicatieve vaardigheden, sociale vaardigheden, ontzettend veel. Ik vond iemand als Mark Rutte… Ik ben het ontzettend oneens met de politiek die hij gevoerd heeft. Er zijn een tal van issues waar ik van zal zeggen, daar ben ik het faliekant met hem oneens. Maar ik vind hem als communicator wel heel sterk. Maar hij wil niet meer, hè.”
Henrike Timmer (boerin)
“Misschien het besef hebben dat het belangrijk is dat er eten wordt geproduceerd in Nederland en dat het ook zo blijft, want anders word je heel kwetsbaar ook qua land. Dat is eigenlijk het belangrijkste behoefte, eerste behoefte van de mens en daarbij is het wel belangrijk dat er zoveel mogelijk ook gestimuleerd wordt in de biologische richting. De regeltjes moeten gewoon allemaal iets minder worden en daar bedoel ik mee dat de premier, minsisters moet aanstellen die ook in de praktijk ervaring hebben. Dan weten de ministers ook waar ze over het hebben en wat er speelt, maar dan spreek ik nu alleen over de agrarische sector natuurlijk, maar dat is in alle sectoren natuurlijk belangrijk. Wie ik graag als premier zou willen is, Caroline van der Plas ik denk dat zij het heel goed gaat doen en anders de tweede op de kandidatenlijst Mona Keijzer. Ik vind die twee wel heel goed en zie ik ook graag premier worden.”
