Perzische worstelaar Sander Terphuis (PvdA) vocht tegen eigen partij bij strafbaarstelling illegaliteit: “Kamerleden kwamen huilend naar mij toe”
Perzische worstelaar Sander Terphuis (PvdA) vocht tegen eigen partij bij strafbaarstelling illegaliteit: “Kamerleden kwamen huilend naar mij toe”

Perzische worstelaar Sander Terphuis (PvdA) vocht tegen eigen partij bij strafbaarstelling illegaliteit: “Kamerleden kwamen huilend naar mij toe”

Hoe een vluchteling een luis in de pels werd binnen de PvdA

Sander Terphuis (1972) wordt geboren als Ahmad Queleich Khany in Teheran. Hij strijdt jaren met succes tegen de strafbaarstelling van illegaal verblijf van vreemdelingen in Nederland tijdens kabinet-Rutte II. Terphuis is geboren met een visuele beperking en vlucht op zijn achttiende naar Nederland. Hij ontpopt zich als jurist tot een kritisch lid van de PvdA en de luis in de pels van Diederik Samson. Dat de strafbaarstelling van illegaliteit ook niet in het nieuwe hoofdlijnenakkoord staat, ziet hij als een kroon op zijn werk.

Terphuis groeit op onder het bewind van de liberale Sjah Mohammed Reza. Later neemt de Ayatollah het land over en leeft Terphuis in de islamitische republiek Iran. Dromen najagen, iets betekenen voor de samenleving en studeren, dat wil Terphuis. De eerste stap, als hij op de Gehandicaptenspelen in Assen als worstelaar vlucht, is het gebruik maken van zijn verworven democratische recht. In 1995 wordt hij genaturaliseerd en in 1996 mag hij voor het eerst stemmen. Hij doet dit dan al op ‘zijn’ PvdA.

De hielbijter van de PvdA

Al snel wordt Terphuis lid van het sociaaldemocratisch geweten van onze rechtsstaat. Echte bekendheid vergaart hij aan het begin van kabinet-Rutte II. Tot Terphuis’ grote verbazing staat er ook nog een oude regel in, die in Rutte I is bedacht: de strafbaarstelling van illegaliteit. De PvdA, die samen met de VVD regeert, wil deze regel doodleuk uitvoeren: “Je hebt het over mensen. Als je illegaliteit strafbaar stelt is dat raar. Enkel het feit dat je hier bent, maakt je strafbaar. Ik vond dat heel ver gaan”, vertelt hij op serieuze toon.

Huilende Kamerleden

Terphuis, een vaste rots in de branding te midden van politieke stormen, start een petitie tegen de strafbaarstelling van illegaliteit en deze scoort als een malle. Tijdens het PvdA-congres wordt over zijn motie gestemd: “Ik had zo’n beetje de hele partij achter me, ook kopstukken als Jan Pronk, Hedy d’Ancona en Job Cohen. Ik snap niet dat Diederik niet wilde zien wat het met de partij deed. Ik kreeg een staande ovatie die minutenlang duurde.” Samsom zei doodleuk: ‘Ik heb dit kabinet mijn woord gegeven en mijn woord staat.’

De strafbaarstelling van illegaliteit krijgt een tragische wending na de zelfmoord van Russische illegaal Aleksandr Dolmatov. Hij maakt begin 2013 een einde aan zijn leven in een Rotterdamse cel. “Dat gaat over de nacht van Dolmatov, met staatssecretaris Fred Teeven,” vertelt Terphuis, nadat hij een slok koffie neemt. Dolmatov heeft zichzelf opgehangen omdat hij terug zou worden gestuurd naar Rusland. De vier grootste oppositiepartijen dienen die nacht een motie van wantrouwen in tegen Teeven. Toch vindt niet alleen de oppositie de motie van wantrouwen een goed plan.

Kamerleden Myrthe Hilkens, Désirée Bonis, Lutz Jacobi, Mei Li Vos, Loes Ypma en Selçuk Öztürk zijn volgens Terphuis voornemens voor de motie van wantrouwen te stemmen, maar dat mag niet. Zij scharen zich achter Terphuis’ menselijke strijd tegen de kille bureaucratie: ‘Sander, Diederik wil ons nu ook de mond snoeren.’ Terphuis worstelt echt met zijn gevoel: “Als ik dit toen naar buiten had gebracht, kon ik op live-televisie het vertrek van Diederik aankondigen. Er kwamen Kamerleden huilend naar mij toe: ‘Sander, wat moeten we nou?’”

De aanhouder wint

Terphuis blijft als kloppende ziel van de sociaaldemocratische waarden strijden. In 2014 wordt de strafbaarstelling van illegaliteit dan echt uit de wet geschrapt. Zijn strijd komt hem duur te staan: “Ik werd ernstig bedreigd en heb ook aangifte gedaan. Toen ben ik een tijd beveiligd. Dat was echt verschrikkelijk”, licht Terphuis weemoedig toe over deze moeilijke periode.

“Opgelucht bladerde ik door het hoofdlijnenakkoord heen”, aldus Terphuis. In dit hoofdlijnenakkoord staat niets geschreven over strafbaarstelling van illegaliteit. Als dit wel zo was geweest, zou hij er opnieuw keihard voor strijden: “Het verhaal dat ik op het congres vertelde in 2013, was mijn verhaal, het verhaal van een vluchteling. Het verhaal kwam uit mijn tenen, uit mijn hart en dat maakte het tastbaar voor mensen. Ik heb zelf die angst gevoeld en je zag mensen in de zaal huilen. Maar zou ik het anders doen? Heel eerlijk denk ik dat ik er nu weer zo hard voor zou knokken.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *