Kees Brinkhuis
ZWOLLE – Martin S is veroordeeld voor het plegen van diefstal en oplichting. De officier van justitie eist 5 weken celstraf. De rechter gaat hier echter niet in mee en geeft hem een taakstraf van 80 uur en een celstraf van 4 weken voorwaardelijk. S heeft geprobeerd gestolen goederen in te ruilen voor geld in de Hornbach van Ommen. Hij heeft dit gedaan omdat hij in financiële problemen zit, al is er bij de rechtbank vermoeden van een drugsverslaving.
Vrijdag ochtend en de rechtbank zit vol. De bankjes van de rechtszaal zijn volgelopen om de zitting van Martin S bij te wonen. Er komt een man binnengelopen die je niet zo snel zou bestempelen als verzorgd. De man heeft een petje op en had zich die ochtend duidelijk niet geschoren. Bij het naderen van zijn stoel kan je een geur van zware Vanelle herkennen. Als S op zijn stoel zit begint de rechter met het feitenrelaas. Martin wordt verdacht van het bestelen en het oplichten van de Hornbach te Ommen. De man zou spullen hebben gestolen uit de schappen en probeerde deze vervolgens om te wisselen bij de kassière met een oud bonnetje. Dit werd ontdekt door de medewerkers en zij hebben op hun plaats de politie gebeld.
De rechter doet een klein duikje in zijn verleden. S blijkt al meerdere malen in aanraking te zijn gekomen met justitie. Als mogelijke reden voor dergelijke vergrijpen, vraagt de rechter naar een eventuele drugsverslaving. Nog voordat de rechter zijn zin kan afmaken wordt hij onderbroken door de verdachte. ‘Ik gebruik niet!’ kinkt er door de rechtbank. S zelf geeft als reden van zijn wangedrag financiële problemen, zijn dakloosheid en een beperkt vangnet in zijn omgeving. De rechter had echter goede motieven voor deze vraag. Hij benadrukt dat dit in de meeste zaken het geval is. ‘Een coke- of speedhoofd herken ik inmiddels wel’, zegt de rechter nadat hij weg was. Na een gesprek buiten de rechtbank met de officier van justitie blijkt dat de man al meerdere malen in bezit was gezien van cocaïne. Mede door het feit dat de verdachte al een strafblad heeft voor het plegen van soortgelijke misdrijven, kwam de officier van justitie met een zware straf. ‘Wie niet horen wil moet voelen’, en legt een celstraf van 5 weken op.
De rechter besluit de man geen celstraf op te leggen. Hij is van mening dat dit niet bijdraagt aan het herstel van zijn algemene welzijn. De rechter deed direct uitspraak en geeft Martin S een taakstraf van 80 uur en een celstraf van 4 weken voorwaardelijk.