Jehova’s Getuige Gerard (67) station Zwolle: ”We hopen op een gesprek, niet op dwang”

Gerard Scholten is een van de 30.000 Jehova’s Getuigen in Nederland. Hij is 67 jaar oud en woont in Hattem, maar hij is dagelijks te vinden bij het station van Zwolle om zijn geloofsovertuiging te delen met voorbijgangers. Hij probeert zonder mensen te dwingen zijn overtuiging over te brengen om zo de samenleving mogelijk te veranderen.

U staat hier bij het station, waarom kiest u voor deze plek?
‘’Hier komen natuurlijk veel mensen langs en hierdoor hopen we veel mensen te bereiken.’’

Wat probeert u met hier staan te bereiken?
‘’Ik probeer samen met mijn gemeenschap een band te creëren met de mensen die hier dagelijks langslopen. We zeggen gedag, maar spreken mensen niet direct aan. Ik streef naar herkenning en een gesprek met mensen die daarvoor openstaan.’’

Waarom spreken jullie de mensen niet meteen aan?
‘’Ik denk dat mensen er zelf voor open moeten staan en een gesprek ook willen aangaan. Het geloof is ook niet gedwongen; God geeft je deze keuze.’’

Hoe voert u een gesprek zonder mensen direct aan te spreken?
‘’Vaak doordat we bij het station staan, komen geregeld dezelfde mensen langs. Hierdoor ontstaat er herkenning en kun je makkelijker met elkaar in gesprek. De een is de ander niet, dus soms klikt het wel en soms niet.

Een vriend van mij komt uit Amsterdam. Hij is helaas verhuisd, dus ik zie hem minder vaak en hij komt niet meer in Zwolle. Toen we hier samen stonden, had hij altijd een vlotte babbel en meteen een gesprek met mensen. Soms flapte hij er wel dingen uit waarvan ik dacht: is dat wel zo handig? Maar een hoop mensen konden goed met hem praten, en anderen kunnen beter met mij praten.’’

Staat u hier voor uzelf of wordt u gestuurd?
‘’Ik sta hier voor de mensen. Ik probeer de Bijbel uit te leggen en mensen het verhaal te laten begrijpen.’’

Zijn er naast het station andere manieren waarop u uw geloof deelt?
‘’Ik ga ook langs de deuren. Doordat ik op verschillende manieren contact maak, spreek ik met diverse mensen. Het is voor mij niet lastig om op deze manier mijn geloof te delen, omdat dit mijn waarheid is. Als je de Bijbel goed leest, dan is het eenvoudig, ook om aan andere mensen uit te leggen.’’

Hoe was het om op te groeien als Jehova’s Getuige?
‘’Ik ben door mijn ouders opgevoed met dit geloof en ik heb dit altijd als prettig ervaren. Ik heb geen twijfels gehad over mijn religie, omdat het voor mij overtuigend is. In de tijd waarin ik ben opgegroeid zag de wereld er anders uit. Het was rustiger en in mijn omgeving gemoedelijker. Iedereen kon goed met elkaar omgaan. Dat heb ik ook heel erg meegekregen vanuit mijn geloof: om als gemeenschap gemoedelijk samen te leven.

Twee jaar geleden was ik met mijn vrouw in Portugal. We liepen over de Dom Luís-brug om te kijken of er ergens een leuk restaurant was. In de verte zag ik een man naar ons toelopen. Hij versnelde zijn pas en we herkenden elkaar als ‘broeders’. Toen nodigde hij ons uit in de Koninkrijkszaal. Dat was een prachtige ervaring; het voelde alsof we die mensen al jaren kenden. Daarna zijn we bij hem en zijn vrouw gaan eten. We vertrouwden elkaar en proberen dit ook over te brengen op andere mensen.’’

U zou dus willen dat iedereen op deze hechte manier kan leven?
‘’Ja, en wanneer iedereen zou leven zoals de Bijbel voorschrijft, dan zou de wereld er heel anders uitzien. Kijk, ik ben als persoon niet zo belangrijk. Wij mensen moeten niet centraal staan, maar dat gebeurt wel. Hierdoor ontstaan er klassen en scheidingen in de samenleving.

De nadruk ligt te veel op geld en het individu. Ik denk dat dit door de jaren heen steeds erger is geworden. Je moet niet denken dat je belangrijker bent dan iemand anders, omdat je bijvoorbeeld meer vermogen hebt. Het draait zo erg om geld. Ik kan me niet herinneren dat ik vroeger door de brievenbus een folder kreeg om mee te doen aan de Postcodeloterij.’’

Hoe zou u dat kunnen veranderen?
‘’Het blijft een keuze van mensen, ik ga niemand dwingen om op een bepaalde manier te leven. Er zijn mensen die niet openstaan voor gesprekken en leven zonder de Bijbel; dat vind ik jammer. Ik denk dat het mooi is om het gesprek te voeren met mensen die er wel voor openstaan.

De Bijbel wordt ook te weinig aangehaald, waardoor er slechte dingen gebeuren. Dat is waarom ik op het station sta en langs de deuren ga. Bij mensen aanbellen doe ik ook om ze een beter leven te laten leiden. Door de Bijbel uit te leggen, zorgen we dat mensen de zin van het leven zien. Mijn moeder is al 96 jaar, en ik denk dat dat ook te maken heeft met het feit dat ze gelooft. Ze leest nog elke dag de Bijbel en is daardoor geestelijk sterk.’’


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *