Jan Kottink (57) vindt dat zijn café tot de kern van Geesteren behoort. “Voor mij is er geen Geesteren zonder Kottink, er zijn hier veel mooie momenten geweest, zoals trouwerijen, maar wij zijn ook bij droevige momenten, zoals begrafenissen. Uiteindelijk is Kottink ook de plek waar de mensen weer samenkomen in Geesteren en dat al 200 jaar.”
“34 jaar geleden heb ik het bedrijf overgenomen, nadat het een tijdje verhuurd was. Deze overname ging soepel.” Volgens Jan wilde de huurder stoppen. Het pand was van zijn ouders en Jan wilde het graag overnemen. “Ik was jong en dacht: ‘Ik zal dit wel even doen, ik kan de wereld aan.’ En het is mij ook uiteindelijk gelukt.” Voordat Jan aan dit avontuur begon, had hij al wel enige ervaring. “Ik had al wel verschillende stages gedaan, voordat ik het café overnam, maar het was wel zwaar. Toen we begonnen, wisten Marga, mijn vrouw, en ik waar we aan begonnen, het was een oude en gedateerde zaak, maar met het grote voordeel dat we een goede naam hadden.”

Jan kan zich geen Geesteren voorstellen zonder Kottink. “Ik zie Kottink als het hart van Geesteren.” Toch heeft Jan de tent af en toe in de bouwvak een weekje dicht. “In de bouwvak ga ik even op vakantie. Dan heb ik na afloop mensen die naar mij toe komen van: ‘wat is het saai in Geesteren, er is helemaal niets te doen en wat is het rustig.’ Ik ben blij om die reacties te horen, want dan weet ik dat wij het goed doen en dat mensen ons waarderen.” Jan kan zich dan ook niet voorstellen dat Kottink uit Geesteren weggaat. “Laten we blij zijn dat er iets in het dorp open is waar iedereen naartoe kan. Dat er reuring is, dat er vermaak is, dat er een plek is waar ze samen kunnen komen, waar ze lol kunnen hebben, desnoods samen verdriet hebben. En als Kottink weggaat, dan ben ik er zelf niet meer. En dan vertrekt ook het hart van Geesteren.”
“Als Kottink weg zou gaan, dat zou toch een verlies zijn voor Geesteren. Het hart zou dan weggaan.”
Met dat gezegd te hebben, kan Jan maar moeilijk stoppen. “Achter de schermen zijn we bezig met een overname. Mijn zoon Pieter (26) wil het bedrijf overnemen, hij werkt al veel mee in het café.” De mannen hopen de overname over zeven jaar klaar te hebben. “Als het gelukt is met de overname, dan ben ik 65, maar dan zul je mij hier nog veel zien. Ik blijf, zolang ik het nog kan, werken in het café, want ik vind het gewoon te leuk werk.” Volgens Pieter heeft Jan daar nu al last van. “Als Jan nu een vrijdag vrij heeft, dan is hij nog steeds voor meer dan één uur in het café. Het is al het ware zijn kindje.”
“Ik blijf zolang ik het nog kan werken in het café, want ik vind het gewoon te leuk werk en Kottink is mijn kindje.”
De ouders van Jan zaten ook al op die plaats tot hij zeven jaar was. “Ik weet nog wel toen ik klein was, mochten mijn broertjes, zusjes en ik tijdens een bruiloft achter de bar zitten, op een kratje, pakten we een flesje drinken en mochten we even van de sfeer genieten en moesten we daarna naar bed.” Jan ziet dit ook als een van de redenen waarom hij in de horeca is gegaan. “Ik houd van de reuring, het samenwerken en het plezier. Als ik op een drukke avond het café inkijk en de zalen vol zijn, dan weet ik gewoon waar ik het voor doe.” Ook was de drang om de horeca in te gaan ervan kleins af aan al. “Het is er bij mij met de paplepel ingegoten. Ik wilde vroeger al de horeca in en dat is nooit veranderd.”
Wat er bij Jan met de paplepel in is gegoten, moest toch een tijdje stoppen, in verband met corona. “Dit was het gekste dat ik mee heb gemaakt. Ik had nog nooit een weekend vrij gehad en ineens had ik een weekend vrij. Ik had ineens tijd voor dingen waar ik normaal geen tijd voor had, zoals wandelen en op zondagavond televisiekijken.” Tijdens de zes weken sluiting vanwege corona zat het café potdicht. “Ik ben niet eens naar Kottink geweest tijdens die zes weken. Toen de versoepelingen er weer aankwamen, zijn we weer rustig aan begonnen en kwam ik weer eens in het café.”
Voor Kottink gelden een paar dingen die hetzelfde zijn gebleven. “We staan altijd klaar voor mensen, we zijn servicegericht en heel open. Ook zijn wij enorm betrokken bij het dorp.” Volgens Jan zijn er ook meerdere redenen voor het succes van Kottink. “We hebben een zaak waar veel mensen ons de handel gunnen en waar veel mensen Kottink zien als een vertrouwd gezicht. En daar ben ik trots op.”
Dat Kottink 200 jaar bestaat, is voor Jan in één woord ‘bijzonder.’ Doordat Jan al 34 jaar op Kottink zit, heeft hij al een paar generaties meegemaakt. “Het is best wel grappig om weer bijna dezelfde gezichten te zien. Van sommigen heb ik de ouders meegemaakt en zie ik nu hun zonen en dochters ook weer in het café zitten.” En volgens Jan valt de appel soms niet ver van de boom. “Als ik de ouders heb meegemaakt en die waren iets ondeugend, dan zie ik dat vaak bij hun kinderen terug. Het is dus een beetje ‘zo vader, zo zoon en zo moeder, zo dochter’.”
Maar voor Jan zitten er ook nadelen aan het hebben van een eigen café. “Hoe mooi het is om te zien dat het geld dat in de kassa zit, echt van jou is; zo zwaar is de verantwoordelijkheid die erbij komt kijken. Ik kan niet zomaar zeggen: ‘Ik neem een weekend vrij,’ als er niet genoeg personeel is, dan moet je er ook staan. Dat is mooi, maar soms ook zwaar.”