Aiyarin Elzinga is geboren en getogen in Thailand en heeft 35 jaar in Bangkok gewoond. Toch heeft ze het drukke stadsleven ingeleverd voor het rustige Dokkum. Aiyarin woont nu negen jaar in Dokkum samen met haar man en dochter. Ze vertelt over deze overstap en hoe ze Thailand niet mist. “Ik heb geen heimwee naar Thailand en wil ook niet meer terug.”
Waar ben je opgegroeid?
“Ik ben in het zuiden van Thailand opgegroeid in een heel klein dorpje. Hier woonde ik samen met mijn ouders, vier broers en een zus. Ik ben de jongste in het gezin. Ik ben opgegroeid op een boerderij, maar de boerderijen in Thailand zijn niet zo groot als die in Nederland.”
“Ik ging altijd samen met mijn broers en zus naar school, maar iedereen ging na zijn 18e uit huis om te studeren. Toen ik klaar was met de middelbare school ben ik ook gaan studeren in Bangkok. Ik heb toen een bachelor degree in bussiness en management gedaan en heb gewerkt als accountant manager voor een bedrijf in Bangkok. Uiteindelijk heb ik ruim 35 jaar in Bangkok gewoond en gewerkt.”
Hoe vond je het om in Bangkok te wonen?
“Heel makkelijk, want in Bangkok heb je alles. Waar ik ben opgegroeid had je bijvoorbeeld geen ziekenhuis. Bangkok heeft dit wel. Vroeger wist ik al dat ik niet in het zuiden van Thailand wilde blijven, toen wilde ik al naar de stad verhuizen. Uiteindelijk zijn ook drie broers en mijn zus naar Bangkok verhuisd om te studeren.”
Waarom ben je naar Nederland verhuisd?
“Ik heb mijn man Sjoerd ontmoet in Thailand. Hij woonde in Bali en ging op vakantie naar Thailand, toen heb ik hem ontmoet. Wij hebben zeven jaar in Bangkok gewoond. Alleen Sjoerd heeft problemen aan zijn bloedvaten en omdat hij toerist is moet hij veel medische kosten betalen in. Ik ben zelf Thais, dus voor mij is het goedkoper. Ik betaal bijvoorbeeld 100 euro, maar omdat hij een buitenlander is betaalt hij 200 euro.”
“We zijn verhuisd naar Nederland voor zijn gezondheid, maar ik had geen visum dus ik mocht hier eerst niet blijven. Ik heb twee jaar gewacht op mijn visum. Mijn man en mijn dochter zijn in 2014 naar Nederland gekomen en ik moest toen in Thailand blijven. Ik mocht wel met een Toeristenvisum drie maanden naar Nederland, dit mocht ik dan twee keer in een jaar. In 2016 heb ik een officieel verblijf gekregen en mocht ik hier blijven. Daarna moest ik een inburgering doen. Toen ik geslaagd was met de inburgering en ik drie jaar in Nederland woonde kreeg ik een Nederlands paspoort.”
“Ik vond het eerst wel lastig om van een grote stad naar een kleine stad te gaan. Ik moest wel even mijn weg vinden. Ik kon de Nederlandse taal nog niet zo goed. Ik ging naar school om de taal te leren, maar toen ging ik werken en ben toen gestopt met school. Ik doe vrijwilligers werk wat ik leuk vind om te doen. Ik maak huizen schoon van mensen die dat zelf niet kunnen. Ik praat veel met cliënten wat veel helpt en ik schrijf ook veel in het Nederlands, maar ik vind het uitspreken wel erg lastig. Lezen, luisteren en schrijven kan ik wel goed. Het werk als accountant wil ik niet meer doen. Ik kreeg soms hoofdpijn van het werk en daar heb ik geen zin meer in.”
Hoe vind je het om in Nederland te wonen?
“Ik vind het mooi om in Nederland te wonen. Dokkum is een hele rustige stad en ik vind de mensen hier aardig en ik voel mij hier heel erg thuis. Ik kan mij goed aanpassen met de Nederlandse mensen, daarom vind ik het niet erg om hier te wonen. Ik heb geen heimwee naar Thailand en wil ook niet meer terug. Voor vakantie vind ik het mooi, maar om te wonen vind ik het anders. Ik heb geen vader en moeder meer, dus mijn broers en zus zijn daar alleen nog. Ik mis hier alleen het Thaise eten en de curries, want ik hou heel erg van pittig eten. Ook eten wij in Thailand veel rijst, maar in Nederland eet je veel groenten en dat vind ik wel minder lekker. Ik kook daarom voor mezelf altijd Thais eten.”
“Ouderen in Nederland zijn altijd heel aardig. Jongeren op de middelbare school die discrimeneren mij weleens en dat vind ik heel erg vervelend. Zij lachen dan en zeggen Ni Hau of andere vervelende woorden. Ze doen dan dat ik uit China kom. Ik vind dit heel erg jammer, maar ik probeer mij er niet veel van aan te trekken. Iedereen is voor de rest wel aardig. Vaak zeggen allemaal mensen wel hoi als ik een rondje aan het lopen ben.”
Heb je nog contact met je familie?
“Ik heb nog contact met mijn broers en zus. Wij face timen af en toe. Mijn familie vond het eerst wel moeilijk toen ik wegging naar Nederland, maar nu zijn ze er wel oké mee Ik ga bijna één keer per jaar op vakantie naar Thailand. Meestal ga ik samen met een groep van mijn nicht en dan doen we allemaal dingen samen. Het lijkt me ook leuk als ze een keer naar Nederland komen, maar de tickets van Thailand naar Nederland zijn heel erg duur, dus daar moet ik nog even op wachten. Omdat zij hier nog nooit zijn geweest lijkt het mij wel gezellig.”