Mbo’ers nog altijd ondergewaardeerd
Mbo’ers nog altijd ondergewaardeerd

Mbo’ers nog altijd ondergewaardeerd

Sinds 2020 worden mbo-studenten officieel herkend als ‘student’, maar toch is het beeld van mbo’ers er nog niet veel op vooruit gegaan. Ze worden gezien als ‘dom’ en worden door veel hbo- of wo studenten niet herkend als echte ‘student’. Ze worden afgewezen bij de deur van een studentenkroeg of ze zijn niet welkom zijn tijdens het hospiteren voor een studentenhuis. Dit zorgt voor een extreem minderwaardigheidsgevoel onder mbo’ers en leerlingen op het vmbo, waardoor ze de rug naar het mbo toe keren. 

Jessy Burgers, woordvoerder van de MBO Raad, legt wat meer uit over het slechte beeld van mbo’ers. ‘Mbo’ers worden toch vaker gezien als laagopgeleid, dommer, en dat ze werk doen wat minder relevant is, terwijl het tegendeel waar is. We zien dat heel veel mbo’ers heel belangrijk werk doen, eigenlijk in alle sectoren. Mbo’ers werken in alle sectoren die Nederland draaiende houdt, maar toch krijgen ze niet altijd de waardering die ze zouden moeten krijgen.’ Bij de MBO Raad merken ze de dat de studenten druk ervaren. ‘Bij onze scholen merken we dat studenten soms met minder zelfvertrouwen binnenkomen omdat ze zich misschien een beetje schamen om naar het mbo te gaan, terwijl ze met een mbo-diploma toch hele goeie kansen hebben op de arbeidsmarkt, en vaak ook heel gelukkig zijn. De afname van mbo’ers heeft zeker te maken met het imago en met opwaartse druk, de druk vanuit huis om zo hoog mogelijk te studeren. Hierdoor zie je dat vmbo’ers bijvoorbeeld eerder kiezen voor de havo en dan naar het hbo, in plaats van voor het mbo kiezen.’

Ervaringsdeskundige en medeoprichter van JARA, Qichell Hasselbaink, verteld hier wat meer over. ‘Het imago van mbo-studenten is behoorlijk slecht. Als mensen het woord mbo horen hebben ze vaak gelijk veel vooroordelen over de studenten. Hbo of universitair onderwijs wordt gezien als hoger, dus slimmer onderwijs en mbo wordt gezien als lager, dus dommer onderwijs. Ouders bijvoorbeeld, die teleurgesteld zijn als hun kind naar het vmbo moet in plaats van havo of vwo, denken vaak dat hun kind niet de juiste kansen kan krijgen op het mbo.’ Hasselbaink herkent het gedrag waarmee mbo’ers te maken krijgen maar al te goed. ‘Als ik aan mensen vertelde dat ik op het mbo zat, kreeg ik opmerkingen als “Ik dacht dat je veel slimmer was?”, “Worden er elke dag mensen doodgestoken op je school?” of “Mbo is toch voor domme mensen?” Dat soort opmerkingen zorgen ervoor dat je je niet gewaardeerd voelt.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *