“Het was de allerfijnste periode ooit”

Milou Dorrestijn (18) vertrok afgelopen zomer met een vriend naar Malawi om daar vrijwilligerswerk te doen. Ze liet hierbij haar telefoon in Nederland liggen.

Door: Sieb Uenk

Foto: Milou Dorrestijn

“Het is altijd al mijn droom geweest om mensen in ontwikkelingslanden te helpen.” Aldus Dorrestijn. “Toen kwam mijn beste vriend op dit idee, en hij vroeg of ik mee ging. Ik heb direct ja gezegd.” Milous droom werd gerealiseerd door de organisatie World Servants. Deze organisatie richt zich op werkvakanties in ontwikkelingslanden.

Een dag in Malawi

“De dagen waren leuk, maar wel pittig. Elke ochtend werden we gewekt om zes uur ’s ochtends. Om half zeven moesten we aanwezig zijn bij het ontbijt. Dit morgenmaal bestond uit rijstepap. Om kwart over zeven hielden we met een klein groepje een GMG (goedemorgen gesprek). Hierin bespraken we hoe iedereen zich voelde. Om acht uur werden we op de bouwplaats verwacht, en van acht tot vijf was het werken. Wel hadden we een lunchpauze, ook hier aten we rijstepap. Na vijven was het werk klaar en begon het avondeten, drie keer raden wat we voorgeschoteld kregen, haha. Na het avondmaal was er een wisselend avondprogramma, en om tien uur moesten we verplicht naar bed, zodat we om zes uur ’s ochtends weer fris wakker konden worden.”

Avondprogramma

“Voor onze vrije avonden had World Servants een programma waarin wij, als vrijwilligers, gingen praten met de lokale bevolking over de zin van het leven. Onderwerpen als religie en leven na de dood kwamen voorbij. Iedereen kreeg daar de ruimte om ongecensureerd te vertellen wat hij/zij vond. Ook was er ruimte om vragen te stellen. Na een poos kwam het thema zelfliefde voorbij. Toen vertelde de bewoners dat zij vinden dat ‘wij’, dus de westerse vrijwilligers, voor God meer waard zijn dan zij. Dit omdat wij wel werken en dingen toevoegen aan de wereld. Hierdoor zouden wij dus meer waard zijn voor God. De tranen stonden in mijn ogen toen dit verteld werd. Dat dit het beeld is van de wereld dat zij hebben, breekt echt mijn hart.”

Geen telefoon

“Ik heb mijn telefoon in Nederland gelaten, hij is dus überhaupt niet mee geweest naar Afrika. Vanuit de organisatie kregen we de keuze of we onze telefoons meenamen of niet, ik koos ervoor dit niet te doen. Ik heb dit gedaan uit respect voor de Malawiërs, zij hebben zelf geen telefoons. Het voelt dan niet oké als ik er wel een heb en er mee sta te pronken. Uiteraard had de hoofdbegeleider wel een telefoon mee, maar dit was enkel voor noodgevallen. Gelukkig heeft hij hem niet hoeven gebruiken.”

“De keuze om mijn telefoon thuis te laten, bleek een hele goede te zijn. Ik heb mijn mobiel echt geen seconde gemist. Ik heb het echt als de allerfijnste periode ooit ervaren. Toen ik, na ruim vier weken, weer terug kwam in Nederland, heb ik mijn telefoon zelfs nog een paar dagen laten liggen. Ik wou dat rotding gewoon nog even niet gebruiken. Ik vond het eigenlijk helemaal niet leuk dat ik weer bereikbaar was, en dat ik op appjes moest reageren en gebeld werd.”

“De tijd in Malawi was mentaal een hele fijne periode voor mij. Het was erg rustig. Hier in Nederland kan je via je telefoon ten alle tijden weten en zien wat iedereen aan het doen is. Dat kan soms handig zijn, maar onbewust ben je er zoveel mee bezig. Ik zou mensen dan ook honderdduizend procent aanraden om minder tot niet op hun telefoon te zitten. Pas als je zonder zit, realiseer je hoeveel onze telefoons en social media onze levens verpest heeft. Het neemt je hele leven gewoon over.”

LEAVE A RESPONSE

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Related Posts